‘Auto van de zaak’-regeling nachtmerrie

Algemeen directeur Dick van den Broek Humphreij: “We hebben het hier over een probleem van grote omvang. Voor bijna 1,3 miljoen (bestel)-auto’s verschuift de last voor de bijtelling naar de werkgever. Een kostenpost en administratieve last voor een groot aantal ondernemers, en dit ook nog eens in een tijd waarin het kabinet vol trots heeft aangekondigd zich in te zetten voor lastenvermindering voor het bedrijfsleven. EVO vraagt de Tweede Kamer daarom met klem dit besluit terug te draaien.�
.
De verschuiving van de (bestel-)auto van de zaak naar de loonbelasting is een kostenverhoging voor het bedrijfsleven, omdat de auto van de zaak loon wordt en er dus meer premie betaald moet worden. Ook vallen uitkeringen zoals bonussen en ziektegeld hoger uit.

Maar het is bovenal een extra administratieve last. Vooral als werknemers een kilometeradministratie bijhouden, hetgeen veel voorkomt bij bedrijven met bestelauto’s. De bestelauto is een stuk gereedschap en geen luxe. Voor zo’n auto wil niemand 230 euro netto per maand betalen. Om deze bijtelling te vermijden, moet de werknemer onder de huidige regeling een rittenregistratie bijhouden om aan te tonen dat hij de auto alleen zakelijk gebruikt. En die registratie moet de werkgever straks gaan controleren, omdat deze verantwoordelijk wordt voor de afdracht van de bijtelling.

Indien de ondernemer dat nalaat, dan volgt een naheffingsaanslag plus een forse boete. De Belastingdienst is de lachende derde. De fiscus krijgt altijd zijn geld en is verlost van de ondoenlijke taak om alle rittenregistraties te controleren. Deze last is verschoven naar de werkgever.

Te bizar voor woorden, volgens EVO. De overheid verzint een onwerkbare regeling en nu blijkt dat de handhaving voor de Belastingdienst ondoenlijk is, mag het bedrijfsleven daarvoor opdraaien. Gelukkig is het nog geen 2006. EVO roept de Tweede Kamer dan ook op deze lastenverzwaring tegen te houden en de regeling terug te draaien.