donderdag, 22. december 2005 - 9:49

Duitse verpleegkundigen in De Tjongerschans

Heerenveen

Ziekenhuis de Tjongerschans heeft met het St. Franciscus Ziekenhuis in Münster een uitwisselingsprogramma van leerling-verpleegkundigen opgezet. Op dit moment werken vier Duitse verpleegkundigen in opleiding mee op diverse afdelingen van het Heerenveense ziekenhuis. Volgens de studenten is alles anders in Nederland.

Sarah Pielage (20), Carolin Gedicke (20), Andreas Bückmann (25) en Ana Luisa Gonçalves (25) zitten alle vier in het laatste jaar van hun opleiding tot verpleegkundige. Een goed moment om in het buitenland ervaring op te doen. Carolin en Andreas wilden graag een andere cultuur leren kennen. De anderen wilden graag ervaring opdoen met een andere werkwijze. Ana Luisa: ‘Tijdens onze opleiding leren we één manier van werken. Omdat ik denk dat één systeem niet zaligmakend is, leek het me goed om kennis te maken met andere methoden’.

Op de vraag of er ook verschillen zijn in het werk van verpleegkundigen hier en in Duitsland barst de groep in lachen uit. ‘Alles is anders,’ vertelt Sarah. ‘Bijvoorbeeld de werktijden. Thuis werken we 38,5 uur per week. Hier 36. Ook draaien we ieder tweede weekend dienst. Daar staat tegenover dat we onze tijd hier volledig besteden aan het verplegen van patiënten. In Duitsland zijn we naast verpleegkundige bijvoorbeeld ook voedingsassistente, secretaresse en schoonmaker.’ Andreas vult haar aan. ‘In Duitsland hebben we op iedere afdeling zaalartsen. Die zijn permanent aanwezig en bepalen het medische beleid. Het voordeel is een nauw contact met de behandelende artsen. Het nadeel is dat je voor alles toestemming moet vragen, zelfs voor het geven van een pijnstiller. In Nederland heb je als verpleegkundige meer verantwoordelijkheid.’ Carolin: ‘Om zo te kunnen werken leggen Nederlandse artsen duidelijk vast wat wel en niet mag. Dat beleid volg je. Nog eens vragen hoeft niet meer. Eventuele andere vragen bewaar je tot het moment dat de artsen hun rondes over de afdeling doen.’ Beide manieren hebben zo hun voor- en nadelen, vinden de studenten. Al spreekt de grotere eigen verantwoordelijkheid hen wel aan.

Volgens Andreas staan in de Nederlandse ziekenhuizen patiënten meer centraal. Hij geeft een toelichting. ‘Hier krijgen patiënten 's ochtends eerst hun ontbijt. Daarna komen wij langs om ze te wassen. In Duitsland krijgen patiënten pas hun ontbijt, nadat ze gewassen zijn. Dat betekent dat enkelen lang moeten wachten, voordat ze kunnen eten. Dat vinden zij niet altijd prettig.’

Op Nederlandse verpleegafdelingen staan de deuren open. De patiënten zien de verpleegkundigen aan het werk en lijken zich minder alleen te voelen. Andreas: ‘In Münster liggen patiënten achter gesloten deuren. Daardoor hebben zij geen contact met hun omgeving. Ze denken dan eerder dat we ze vergeten zijn. Daardoor trekken zij letterlijk vaker aan de bel.’

Patiënten in De Tjongerschans zijn rustiger. Carolin: ‘Soms vragen ze ons zelfs of we al koffie hebben gedronken. In Duitsland zal dat niet gebeuren!’ Sarah vindt dat in Nederland wel erg ‘vaak een bakje wordt gedaan.’ Andreas vindt dat koffiedrinken ook wel een functie heeft. ‘Je wordt gedwongen even pauze te nemen. Je wordt dan zelf rustiger en een rustige houding van een verpleger, draagt weer bij aan een prettige sfeer op de afdeling. Bovendien kan je tijdens het koffiedrinken een collega eens wat vragen of afspraken maken over het werk dat er nog ligt. Zo help je elkaar wat sneller.’

In de loop van januari gaan de Duitse studenten, een ervaring rijker, terug naar Duitsland. Ze ronden daar hun opleiding af. Daar ontmoeten zij dan Nederlandse collega's die op hun beurt in Duitsland stage lopen.
Provincie:
Tag(s):