dinsdag, 8. februari 2005 - 10:48

Half miljoen zit verkeerd

Amsterdam

Veel patiënten én zorgverleners weten niet precies met welke klacht een patiënt zich buiten kantooruren moet wenden tot een huisartsenpost (HAP) of een afdeling spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis. Hierdoor wordt een op de vijf patiënten bij de HAP en een op de tien bij de SEH voor behandeling alsnog verwezen naar de andere spoedeisende zorginstelling. Daarnaast worden jaarlijks minstens 170.000 patiënten met een spoedeisende zorgvraag geholpen bij de verkeerde instelling.

Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO in opdracht van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Eén telefoonnummer voor spoedeisende hulp zou dit probleem grotendeels kunnen ondervangen.

Het overgrote deel van de patiënten zegt zijn keuze te baseren op basis van de aard van de klacht.
Het is opmerkelijk dat ook de zorgverleners niet precies weten waar de patiënt zich voor welk probleem moet melden. Huisartsen denken dat men voor spoedeisende klachten vooral bij een HAP moet zijn, terwijl het personeel van een SEH vindt dat dit bij hen thuishoort. Beide groepen claimen het specialisme 'spoedeisende hulp'.

Om een eind te maken aan deze verwarrende situatie is de NPCF voorstander van één telefoonnummer voor spoedeisende zorg waar deskundige triage plaatsvindt. Een deel van de patiënten zal desondanks toch naar de andere instelling worden verwezen omdat dit vanuit medisch oogpunt alsnog noodzakelijk is. Daarom is het voor patiënten prettig als HAP en SEH fysiek onder één dak worden gebracht.

In het onderzoek is ook gekeken hoe de zorgverlener in spoedeisende situaties aan medische informatie over de patiënt komt. De patiënt zelf blijkt de belangrijkste informatiebron te zijn, maar hij is zich daar niet van bewust. De meeste patiënten denken dat een elektronisch patiënten dossier (EPD) al beschikbaar is en zijn verbaasd als zij horen dat een dergelijk systeem nog niet bestaat.
Het is verontrustend dat 80% van de behandelingen op een HAP wordt ingezet uitsluitend op basis van informatie van de patiënt zelf. Bij de SEH is dat 40%. Ruim 15% van de behandelingen vindt plaats zonder relevante medische achtergrondinformatie.

Door het ontbreken van medische achtergrondinformatie zijn extra onderzoeken en behandelingen nodig. In totaal gaat het jaarlijks om € 36 miljoen.

De meeste zorgverleners en patiënten zien voordelen van de invoering van een EPD. Voor huisartsenposten is inmiddels een waarneemdossier ontworpen. De meerderheid van de huisartsen vindt het geen probleem als zorgverleners van een SEH of ambulancezorg toegang hebben tot dit dossier. Ongeveer 90% van hen zou dit dossier graag willen gebruiken. Ook patiënten vinden het waarneemdossier een goede zaak, mits zij zelf inzage hebben en relevante informatie kunnen toevoegen. Dit pleit ervoor het waarneemdossier van de huisartsenposten zo snel mogelijk in te voeren op alle HAP’s. De NPCF vindt dat dit dossier ook toegankelijk moet worden voor de andere zorgverleners binnen de spoedeisende zorg én voor patiënten.
Provincie:
Tag(s):