maandag, 12. september 2005 - 10:53

Meer mensen werken door na 60e jaar

Het aandeel werkenden dat rond het 60e jaar ophoudt met werken is fors afgenomen. Van de 60-jarigen die in september 2002 werkten, was 22 procent een jaar later gestopt. Drie jaar eerder was dat nog ruim een derde. Vooral bij het overheidspersoneel nam de uittreding af door wijzigingen in de pensioenregeling, volgens het CBS

Bij bedrijfsleven en gesubsidieerde sector vertoont de uittreding een eerste piek rond 60 jaar. Dit patroon is al een aantal jaren zichtbaar, al is de uitstroom op 59- en 60-jarige leeftijd iets verminderd. Van de 60-jarigen die in september 2002 bij bedrijfsleven of gesubsidieerde sector werkten, was bijna een kwart een jaar later gestopt. Drie jaar eerder was dat nog 28 procent.

De uittreding van ouderen verloopt bij de overheid (openbaar bestuur en onderwijs) iets anders dan in het bedrijfsleven. Tot en met 2002 was er een grote uitstroom van 60-jarigen. Van de 60-jarigen die bij de overheid werkten, was in die jaren zo’n 45 procent een jaar later gestopt met werken.

De uitstroom op deze leeftijd verminderde zeer drastisch in 2003. Dit heeft te maken met de nieuwe regeling voor vervroegde uittreding (FPU) van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Onder andere werd de FPU-uitkering extra verhoogd voor degenen die doorwerken na het 61e jaar.

Bij een deel van het openbaar bestuur is de uitstroom van ouderen in 2004 overigens weer toegenomen. Het gaat om de Rijksoverheid. De toename is een gevolg van de bezuinigingen. Volgens het Sociaal jaarverslag van het Rijk maakten ongeveer 1 500 ambtenaren van 57 jaar en ouder in 2004 gebruik van een FPU-arrangement (Remkes-regeling), onderdeel van een sociaal plan voor deze sector. Het totaal aantal ambtenaren van 55 jaar en ouder dat in 2004 de rijksdienst verliet kwam hiermee op 4 100. Dat is ruim twee keer zo veel als in 2003.
Categorie:
Tag(s):