dinsdag, 22. november 2005 - 20:02

Meer politiemensen slagen voor toetsen wapengebruik

Den Haag

Van de politiemensen die lichtere wapens dragen zoals handboeien, wapenstok en pepperspray, is in 2004 negentig procent geslaagd voor de toetsen die zij hiervoor moeten afleggen. In 2003 lag het percentage geslaagden voor de lichtere geweldsmiddelen nog op 85 procent.

Niet alle korpsen haalden de norm in 2004; acht van de 25 politiekorpsen en de Politieacademiebleven eronder. Van de politiemensen die geslaagd zijn voor de lichtere geweldsmiddelen, is 97 procent ookgeslaagd voor de toets die zij moeten afleggen om het zwaardere wapen (vuurwapen) te mogendragen. Slechts één regiokorps haalde hier het percentage van 90 procent niet.

Dat schrijft minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de TweedeKamer bij een rapportage van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Politiemensen die alleen lichte wapens dragen moeten elk jaar voor 1 januari een toets aanhouding en zelfverdediging en een theorietoets overhet gebruik van geweld afleggen.

Als zij zakken, moeten zij het komende jaar ander, onbewapend politiewerk doen, totdat zij alsnog voor hun toets slagen. Het overgrote deel van de politiemensen heeft ook een vuurwapen. Zij moeten twee keer per jaar (voor 1 januari en voor 1 juli) ook een toets schietvaardigheid halen. Als zij nietslagen, moeten zij hun vuurwapen per 1 januari resp. per 1 juli inleveren, en werk doen met alleen lichte wapens totdat zij alsnog voor hun schietvaardigheid slagen.

Bij sommige korpsen is het voorgekomen dat politiemensen die hun wapen hadden moeten inleveren, toch bewapend dienst op straat hebben gedaan. Bij andere korpsen is het aantoonbaar dat dat juist niet gebeurd is. Bij weer andere korpsen is de administratie niet op orde, waardoor het niet duidelijk is. Minister Remkes wil dat de korpsen en de Politieacademie zich strikt aan de regels houden. Hij vindt het zorgwekkend als wapens niet worden ingenomen als dat wel zou moeten.
Provincie:
Tag(s):