dinsdag, 5. juli 2005 - 13:27

Taskforce Sociale Innovatie

Den Haag

Vermindering van de regeldruk, aandacht voor excelleren, het ontsluiten van kennis, meer aandacht voor de inzetbaarheid van personeel en het meer betrekken van het bedrijfsleven bij het onderwijs: dat zijn volgens de Taskforce Sociale Innovatie de belangrijkste punten die aangepakt moeten worden om te komen tot een sociaal innovatiever Nederland.

De Taskforce heeft dinsdag haar eindrapport aan minister Laurens Jan Brinkhorst van Economische Zaken aangeboden.

De Taskforce geeft aan dat er in de afgelopen jaren weliswaar veel aandacht voor technologische innovatie is geweest, maar niet voor sociale innovatie. Deze twee vormen van innovatie hangen echter nauw samen. Minister Brinkhorst heeft de Taskforce ingesteld omdat sociale innovatie in Nederland nog onvoldoende plaatsvindt en daarmee de technologische innovatie wordt belemmerd.

Essentieel voor sociale innovatie is ruimte voor vernieuwing. Te veel zaken worden op een te hoog niveau en een te hoog detailniveau geregeld. De overheid moet zaken minder gedetailleerd voorschrijven (meer doelregulering) en zaken moeten op een lager niveau worden geregeld (subsidiariteitsbeginsel), zo beveelt de Taskforce aan.

Dat geldt ook voor sociale partners. Het zou goed zijn als in elke CAO aandacht aan sociale innovatie zou worden besteed. Daarnaast zou sociale innovatie ook buiten de reguliere onderhandelingen op de agenda moeten staan.

Ook zouden bij veel organisaties verantwoordelijkheden lager in de organisatie moeten worden gelegd. Dat vraagt om meer ondernemerschap in de organisatie en om meer resultaatgerichte beloningsvormen. Helaas hebben veel leidinggevenden en ondernemers nauwelijks tijd voor of kennis van veranderprocessen, omdat het dagelijks management veel tijd in beslag neemt.

Een belangrijke factor voor een flexibele arbeidsmarkt is onderwijs. Het onderwijs zou veel beter moeten aansluiten op de wensen van het bedrijfsleven, aldus de Taskforce.
Categorie:
Tag(s):