DNA-materiaal wijst Friese verdachte aan

De vrouw was in de nacht van 11 juli 2002 lopend op weg naar huis en werd vlakbij haar woning aangevallen door een man die met geweld een stuk touw tegen haar hals drukte. De vrouw bood hevig verzet en beet haar belager, die haar stevig vasthield en een hand op haar mond legde, in een vinger. Zij kon zich vervolgens losrukken en wegrennen.
Er kon in de zaak een DNA-profiel worden verkregen dat in de DNA-databank van het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) echter niet tot een match of ‘hit’ leidde. De zaak zorgde destijds voor veel beroering in Noord-Holland. Oproepen in de lokale media en het programma ‘Opsporing Verzocht’ aan getuigen om zich te melden, leverden geen concrete aanwijzingen op die tot aanhouding van een verdachte leidden.

In het onderzoek dat de politie Fryslân (district Noord-Oost) in eerdergenoemde autodiefstallen en woninginbraken verrichtte, werden diverse sporen aangetroffen. Zo werden onder meer in een, in een sloot aangetroffen gestolen auto, naast vingerafdrukken die in de richting van de verdachte leidden, sporen veiliggesteld die een DNA-profiel opleverden. Dit profiel is vergeleken met de aanwezige profielen in de DNA-databank van het NFI te Rijswijk. Het bleek te matchen met het profiel van de onbekende dader in de zaak uit Castricum. De verdachte heeft na zijn aanhouding op 11 oktober vrijwillig DNA afgestaan voor vergelijking met de profielen. Deze vergelijking leverde vervolgens een zogenoemde hit op.

De zaken uit Noord-Holland en Friesland worden gevoegd behandeld op de zitting van de meervoudige kamer op 24 januari a.s. in de rechtbank Leeuwarden. De man, die diefstal, wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot zware mishandeling is telastegelegd, ontkent elke betrokkenheid bij de feiten waarvan hij wordt verdacht.