dinsdag, 22. augustus 2006 - 10:34

'Files Amsterdam-Almere op korte termijn aan te pakken'

Amsterdam/Almere

Een verbreding van de A1 en van enkele aansluitende wegen kan op betrekkelijk korte termijn verlichting bieden aan de vele files op de wegen van Almere en 't Gooi naar Amsterdam. De kosten daarvan komen daarbij op zo'n 1 tot 1,5 miljard euro. Dat concludeert het Centraal Planbureau op basis van de Aanvullende Kosten-Batenanalyse Planstudie Schiphol-Amsterdam-Almere van Rijkswaterstaat.

Minder eenvoudig is de aanpak van de files op de Ring ten zuiden van Amsterdam en de A9 van Diemen tot Schiphol. Het afgelopen jaar werd gesproken over verschillende oplossingen, waaronder een nieuw stuk weg met een tunnel langs het Naardermeer. Maar die oplossingen dragen er weinig aan bij om de reistijden op de zuidelijke ring te bekorten.

Bovendien zijn die oplossingen nogal duur: nog eens 1,5 tot 2,5 miljard euro extra. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft het CPB gevraagd een second opinion op het onderzoek van Rijkswaterstaat uit te brengen. In deze maandag gepubliceerde CPB Notitie, plaatst het CPB enkele kritische kanttekeningen bij de aanpak van het onderzoek.

Goed aan het onderzoek is dat Rijkswaterstaat nu een echte knelpuntenanalyse heeft uitgevoerd voor de wegen in het studiegebied. Daaruit blijkt dat de grootste knelpunten zich voordoen op de A1 en de daarop aansluitende wegen. In Amsterdam is dat de A10-Oost en richting Almere is dat de A6. Uitbreiding van de wegcapaciteit op deze trajecten blijkt niet al te duur te zijn. Alles bij elkaar 1 tot 1,5 miljard euro. De bouwtijd kan daarbij beperkt blijven tot maximaal 4 jaar. Dit alles heeft geleid tot de Locatiespecifieke Variant, waarvan de kosten-batenanalyse een maatschappelijk rendement van 5% tot 10% laat zien. Dat is tamelijk hoog.

Het onderzoek van Rijkswaterstaat werpt ook nieuw licht op de twee varianten die al langer in discussie zijn, namelijk de Stroomlijnvariant en Verbindingsvariant. Beide varianten omvatten, in meer of mindere mate, ingrepen op de A6, de A1 en de A10. Dat zijn de trajecten die in de Locatiespecifieke Variant ook al aangepakt worden. Die onderdelen van beide varianten lijken maatschappelijk rendabel.

De resterende onderdelen van beide varianten dragen echter heel weinig bij aan de verbetering van de doorstroming van het verkeer. Het gaat dan vooral om de A9 door Amsterdam Zuid-Oost, de A9 door Amstelveen en de eventuele nieuwe weg met tunnel langs het Naardermeer. Het onderzoek van Rijkswaterstaat wijst uit, dat sommige van die onderdelen, waaronder de tunnel, goedkoper zijn dan eerder werd berekend.

Daarnaast plaatst het CPB rapport enkele kritische kanttekeningen bij de presentatie van de uitkomsten en bij de onderzoeksmethode. Zo zijn de berekeningen alleen uitgevoerd voor een scenario met een relatief hoge groei van de toekomstige mobiliteit. Een analyse met meerdere scenario's was beter op zijn plaats geweest.
Provincie:
Tag(s):