Forse stijging diefstal jonge auto’s

In totaal werden in het eerste halfjaar van 2006 6.484 personenauto’s gestolen, 369 minder (5,4 procent) dan in dezelfde periode vorig jaar. Ondanks de daling is het volgens de Stichting AVc verontrustend dat de diefstal van jonge auto’s juist steeg.

In de eerste zes maanden van vorig jaar werden nog 1.172 jonge wagens gestolen; in dezelfde periode dit jaar zijn dat er 1.317, een stijging van twaalf procent. Jonge Volkswagens, Opels en Seats waren het meest in trek.
Bijkomend probleem bij jonge auto’s is dat ze minder vaak worden teruggevonden. Van de gestolen auto’s van nul tot en met drie jaar oud werd in de eerste helft van dit jaar slechts 33,3 procent teruggevonden (was in 2005 nog 38,4 procent); van de auto’s van zeven jaar en ouder 65,8 procent (was in 2005 70,5 procent).

In de politieregio’s Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid, Limburg-Noord en Brabant-Noord werden de meeste jonge auto’s gestolen. In Limburg-Noord verviervoudigde het aantal gestolen jonge auto’s ten opzichte van het eerste halfjaar van 2005.

Het terugvindpercentage in de genoemde vier regio’s is bovendien laag. Zo werd in Gelderland-Zuid slechts acht procent van de jonge wagens teruggevonden, terwijl het landelijke gemiddelde op 33,3 procent ligt. Het inbouwen van voertuigvolgsystemen heeft volgens AVc zijn vruchten afgeworpen bij de aanpak van voertuigcriminaliteit. Omdat in 2004 en 2005 grote aantallen jonge SUV’s (Sports Utility Vehicles) werden gestolen, stelden veel verzekeraars deze systemen bij dure en gewilde auto’s verplicht. Vrijwel alle gestolen auto’s die voorzien zijn van zo’n plaatsbepalingssysteem, werden teruggevonden. In navolging van de startonderbreker zouden auto’s volgens AVc dan ook standaard van een voertuigvolgsysteem moeten worden voorzien.