maandag, 14. augustus 2006 - 12:11

Friese taal hard achteruit

Nijmegen

In Nederland wordt steeds minder vaak een dialect of streektaal gesproken. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek van het ITS, het onderzoeksbureau van de Radboud Universiteit Nijmegen. Kinderen spreken bovendien nog aanzienlijk minder vaak een streektaal of dialect.

Nederland kent naast het Standaardnederlands drie officieel erkende streektalen: het Fries, het Limburgs en het Nedersaksisch, dat in Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland wordt gesproken.

Behalve deze streektalen worden nog veel dialecten gesproken, zoals het Brabants en Zeeuws.In 1995 sprak nog 27% van de Nederlandse ouders onderling een streektaal of dialect; in 2003 was dit geslonken tot 18% - een afname met een derde. Het blijkt dat het Limburgs het meest gesproken wordt door ouders, gevolgd door het Fries, Zeeuws, Nedersaksisch en Brabants. Er bestaat een duidelijke tendens tot afname van het gebruik van nagenoeg alle streektalen en dialecten.

Het meest opvallend is de positie van het Fries. In 1995 werd nog door 60% van de Friese ouders Fries gesproken; in 2003 was dat gedaald tot 41%. Het gebruik van het Limburgs bleef daarentegen redelijk stabiel over de jaren heen; in 1995 ging het om 63% en in 2003 sprak nog 57% van de Limburgse ouders Limburgs.

Het onderzoek is uitgevoerd door dr. Geert Driessen van het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Het onderzoek besloeg in de periode 1995-2003 en er namen in totaal bijna 35.000 basisschoolkinderen en hun ouders aan deel.
Provincie:
Tag(s):