woensdag, 9. augustus 2006 - 21:56

Geen recht van overpad tussen huizen Piet Heinstraat

Leidschendam

De voorzieningenrechter bij de rechtbank in Den Haag heeft woensdag uitspraak gedaan in het kort geding dat omwonenden van de Piet Heinstraat in Leidschendam hadden aangespannen tegen een huiseigenaar. Deze had op een dwarspad tussen zijn huis en het buurhuis, maar wel op zijn erfgrens, een schutting heeft geplaatst. De omwonenden hadden gevorderd dat de huiseigenaar gelast zou worden de schutting te verwijderen, zodat het oorspronkelijke recht van overpad tussen de beide huizen hersteld zou worden. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen.

In deze zaak ging het om de vraag of de omwonenden een recht van overpad, een erfdienstbaarheid, op het betreffende pad hadden verkregen door extinctieve (bevrijdende) verjaring. Dit was, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, hier niet het geval.

Op grond van het huidige recht, dat sinds 1992 van kracht is, geldt voor extinctieve verjaring een termijn van 20 jaar. Deze termijn was nog niet verstreken. Op grond van het recht van vóór 1992 kon een recht op erfdienstbaarheid helemaal niet verkregen worden door extinctieve verjaring.

De conclusie van de voorzieningenrechter is dan ook, dat noch naar het recht van vóór 1 januari 1992 noch naar het recht van daarna, de verjaringstermijn voltooid is. Er is derhalve geen sprake van erfdienstbaarheid door verjaring. Daarom is de eis van de omwonenden afgewezen.
De voorzieningenrechter nam daarbij in aanmerking dat de vordering uitdrukkelijk en alleen was gebaseerd op de extinctieve verjaring.
Provincie:
Tag(s):