Gevangenisstraf na vechtpartij in Utrechts restaurant

In één geval acht de rechtbank poging tot doodslag bewezen. Uit de videobeelden van het restaurant blijkt volgens de rechtbank dat de verdachte heeft geschopt en geslagen tegen het lichaam en hoofd van het slachtoffer. De advocaat had aangevoerd dat verdediging noodzakelijk en proportioneel was, maar volgens de rechtbank was het de veroordeelde man die als eerste fysiek contact maakte en de vechtpartij dus feitelijk begon. Hij kreeg een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd.

De tweede verdachte werd niet veroordeeld wegens poging tot doodslag. Op de videobeelden is niet te zien wat verdachte precies bij het slachtoffer doet. Daarom kan de rechtbank niet uitsluiten dat het ter terechtzitting door verdachte gevoerde verweer - inhoudende dat hij slechts getracht heeft het op de buik liggende slachtoffer om te draaien zodat deze niet zou stikken - een juiste weergave van de gang van zaken is.

De man werd wel veroordeeld voor het plegen van openlijk geweld in het restaurant. Hiervoor (en voor een drietal later gepleegde misdrijven) kreeg hij een gevangenisstraf van 300 dagen, waarvan 126 dagen voorwaardelijk, opgelegd. Ook werd een rijontzegging voor de duur van vier maanden opgelegd.