dinsdag, 20. juni 2006 - 10:10

Kansrijke aanpak taalachterstand met Taallijn

Nijmegen

Een aanpak door de Taallijn van taalachterstand bij jonge kinderen is kansrijk. Het trainingstraject van de Taallijn en de praktische invulling daarvan maken de Taallijn tot een aantrekkelijke instrument. Peuterleidsters en leerkrachten zijn enthousiast over de aanpak. Gestart op peuterspeelzalen, wordt de doorgaande lijn van de Taallijn nu verder uitgebreid naar de groepen 1 en 2 van de basisscholen.

Begin juni verscheen het leerboek: ‘De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2’. Een rijk geïllustreerd handboek van de Taallijn, met praktijkvoorbeelden op een bijbehorende dvd.

Voor peuterleidsters is al sinds vorig jaar een boek beschikbaar. Ook op het ROC en de Pabo wordt de Taallijn in de opleiding voor klassenassistent, peuterleidster en andere leerkrachten aangeboden.

Hoewel de Taallijn ‘evidence based’ is en dus wetenschappelijk onderbouwd, spitst de aanpak zicht toe op de praktijk. Werkend vanuit thema’s die kinderen aanspreken, zoals Uit de Kunst! of Kriebelbeestjes!, zet de Taallijn in op betekenisvolle activiteiten. In de aanpak worden vijf speerpunten geïntegreerd: mondelinge taal, werken aan woordenschat, beginnende geletterdheid, ouderbetrokkenheid en ICT en multimedia.

De kern van de aanpak is, dat kinderen worden uitgenodigd actief mee te praten. Kinderen leren de taal juist beter als zij zelf veel in interactie zijn met de leerkracht en met andere kinderen. Mede daardoor ontstaat er een grotere woordenschat, die essentieel is in de taalontwikkeling van (jonge) kinderen. Op school wordt hun kans van slagen op daardoor beter. Dat geldt ook bij hun doorstroming naar het voortgezet onderwijs.
Een onderkend probleem is dat leidsters en leerkrachten te veel zelf aan het woord zijn. Natuurlijk is instructie van belang, maar door met de kinderen meer in kleine groepen te werken kunnen leerkrachten de instructie beperken. Hierdoor ontstaat meer taalstimulering.

Zo biedt het voorlezen van prentenboeken veel stof voor gesprekken en aanvullende activiteiten, zoals het navertellen van het boek of het vertellen van de eigen belevenis naar aanleiding van gebeurtenissen in het boek.

In Nederland is de aanpak van taalachterstand versnipperd, waardoor de kwaliteit wisselend is. De Taallijn biedt helderheid in de aanpak van taalachterstanden en sluit aan bij alle relevante programma’s die gericht zijn op taalzwakke kinderen. Juist omdat de Taallijn een trainings-en ondersteuningstraject is, voorziet de Taallijn in een behoefte.

Inmiddels zijn er al 4100 peuterleidsters en 50 basisscholen met de Taallijn aan de slag. Vanaf volgend schooljaar starten nog eens ruim 700 instellingen met de Taallijn. Bovendien bereiden de opleidingen hun studenten voor op de praktijk en biedt een deel van de opleidingen ook modules aan over de Taallijn. Via een sterk netwerk van onderwijsbegeleidingsdiensten en de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) vindt verspreiding plaats.

Vrijwel alle regionale en landelijke onderwijsbegeleidings-diensten en de VOB werken mee aan de verspreiding van de Taallijn. Daarnaast vindt voorlichting en scholing over de Taallijn plaats bij de jeugdgezondheidszorg, de vereniging voor logopedisten en minderhedenorganisaties.
Categorie:
Tag(s):