vrijdag, 19. mei 2006 - 13:50

'Papieren' terreuraanslag Prins Clausplein

Den Haag

Een deel van het kabinet heeft op 17 mei deelgenomen aan een oefening in terrorismebestrijding. Het ging om een ‘papieren oefening’, waarbij er geen operationele diensten in actie kwamen. Doel was het oefenen van de besluitvormingsprocessen en de informatie-uitwisseling op ambtelijk en politiek niveau, door topambtenaren en ministers.

Deelnemers waren de ministers Donner (Justitie, coördinerend minister terrorismebestrijding), Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, coördinerend minister crisisbestrijding) en Bot (Buitenlandse Zaken). Ambtelijk speelden topambtenaren van de ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken, Defensie, Algemene Zaken, Verkeer en Waterstaat, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de politie en het College van Procureurs-Generaal mee.

De oefening begon met een signaal van de Belgische Veiligheidsdienst over plannen van een terroristische groepering uit België voor een aanslag in Nederland. Later werd één van hun auto’s in Nederland bij een NS-station gevonden met sporen van explosieven. Dit duidde op een daadwerkelijke dreiging in het openbaar vervoer of in het wegverkeer, aangezien andere auto’s van de groepering onvindbaar waren maar wel in Nederland konden zijn.

Onder voorzitterschap van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) moesten topambtenaren van verschillende ministeries op deze dreiging reageren. Zij moesten hierbij de standaardprocedures van het alerteringssysteem terrorismebestrijding volgen. Dit leidde onder andere tot besluiten over extra veiligheidsmaatregelen in het spoor- en wegverkeer.

Ook werd het zogeheten Inderdepartementaal Beleidsteam (IBT) bijeengeroepen in het Nationaal Crisiscentrum (NCC) op het Ministerie van BZK. Het IBT bestaat bij een crisis uit topambtenaren van de meest betrokken ministeries: directeuren en directeuren-generaal. In het geval van dreigend terrorisme bestaat dit ambtelijk overleg ook uit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), het Openbaar Ministerie en het Korps Landelijke Politiediensten.

In het scenario van de oefening was vervolgens een daadwerkelijke aanslag opgenomen: een autobom die explodeerde op het Prins Clausplein, met een groot aantal doden en gewonden. De aanslag werd opgeëist door een groepering die dreigde met verdere aanslagen. Na een volgend spoedoverleg door topambtenaren volgde hierop een bijeenkomst van de meest betrokken bewindslieden in het Ministerieel Beleidsteam (MBT), ook in het Nationaal Crisiscentrum.

Op basis van adviezen van hun topambtenaren moesten de ministers beslissingen nemen over onder andere:
ï‚· hoe te reageren op de eisen van de terroristen;
ï‚· het stilleggen en vervolgens wel of niet weer vrijgeven van het spoor- en wegverkeer;
ï‚· het nemen van andere maatregelen in andere vitale sectoren;
ï‚· de inzet van hulpverleningsdiensten en militairen;
ï‚· het informeren en instrueren van de Nederlandse bevolking;
ï‚· het opsporen van de daders;
ï‚· het onderhouden van internationale contacten over de gebeurtenissen;
ï‚· het verzamelen en uitwisselen van informatie.

De eerste indruk na de oefening is dat zowel de topambtenaren als de ministers hun beslissingen over het algemeen genomen hebben volgens de geldende afspraken en procedures. Zij hebben dus niet ter plekke geprobeerd het wiel uit te vinden. Ook hebben zij geen cruciale blunders gemaakt of zijn zij belangrijke zaken vergeten. Zij hebben zich ook niet op detailniveau bemoeid met zaken die door lokale overheden of door hulpverleningsdiensten geregeld moeten worden. Een onafhankelijke evaluatie over de oefening komt kort na de zomervakantie beschikbaar.
Provincie:
Tag(s):