woensdag, 22. november 2006 - 13:26

Vet reserves fruitvlieg niet genoeg voor overleving

Middelburg

Een hongerperiode overleven? Dik zijn alleen is niet genoeg, oud kunnen worden ook niet. Dat is één van de conclusies van Egon Baldal die werkzaam is op de Roosevelt Academy university college in Middelburg en onderzoek naar fruitvliegen heeft gedaan. Egon Baldal verdedigt op 23 november 2006 aan de universiteit Leiden zijn proefschrift genaamd: Targeting environmental and genetic aspects affecting life history traits.

Het idee dat als je meer reserves hebt je er langer mee kunt doen is op zich zo gek nog niet: op een volle tank rijdt je auto langer dan op een halfvolle. Het punt is alleen dat het er ook erg van afhangt of je nu gaat om een Hummer met 60 liter benzine of een Volvo V40 met 30 liter: je zult waarschijnlijk langer met de Volvo V40 kunnen blijven rijden. Het is daarom belangrijk om de juiste zaken met elkaar te blijven vergelijken.

Universitair docent biologie Egon Baldal heeft verschillende soorten fruitvliegen vergeleken (verschillende genen) onder verschillende omstandigheden. “We vonden dat fruitvliegen die een hele tijd zonder voedsel konden, niet altijd het meeste vet hadden. Er komt dus nog iets anders kijken bij het overleven van een hongersnood dan alleen een grote reserve. Om met het autovoorbeeld te spreken: de cilinderinhoud doet er zeker toe�, aldus Baldal.

Het onderzoek wijst ook uit dat dieren die een sterke reactie op drukte onder hongeromstandigheden vertoonden, een minder sterk effect van die drukte op de levensduur lieten zien. In wetenschappelijke kringen werd er altijd vanuit gegaan dat dieren die goed tegen honger konden ook lang zouden leven. Dit nieuwe onderzoek toont aan dat die relatie niet zo sterk is. Als vervolg hierop hebben de onderzoekers enkele groepen fruitvliegen geselecteerd, veredeld, zodat ze ongeveer 80 tot 100 procent langer tegen honger konden dan niet-geselecteerde vliegen.

Baldal: “Uiteindelijk bleken van deze honger-resistente groepen er twee heel lang te leven, en twee niet langer dan normaal. De langlevende lijnen vertoonden ook in andere eigenschappen een toename. Frappant was dat in beide types lijnen het vetgehalte wèl omhoog was gegaan. Hieruit blijkt dat voor een goede resistentie tegen honger vet sowieso nodig is, maar dat vet alléén niet voldoende is. De vette beestjes uit de eerste proef misten dus duidelijk een andere factor. Die factor lag hem in de selectie, dus in de genen. Het feit dat sommige selectielijnen wel een verlengde levensduur hadden en anderen niet, lijkt erop te duiden dat de genen voor hongerresistentie en levensduur aangestuurd worden door dezelfde processen. Selectie op een gen dat pas na de gezamenlijke processen belangrijk wordt maakt je dus hongerresistent, maar niet lang-levend.�

Een analyse van het gebruik van de genen (microarray expressieanalyse) werd gedaan op een totaal van meer dan 18900 verschillende genproducten. De fruitvlieg heeft ca. 13500 genen, sommige worden op meer dan één manier gebruikt. Uit de analyse hiervan kwamen veel genen naar boven die gemakkelijk aan het verhongerings-, maar ook aan het verouderingsproces konden worden gekoppeld. Insuline genen zijn al langer bekend om hun rol in veroudering en vetgerelateerde genen en stress-gerelateerde genen zijn ook geen vreemden.

In een studie naar een erg lang leende fruitvlieglijn, die Methusalem heet, vonden we dat de lange levensduur erg afhankelijk was van de omgeving waar we de lang-levende beestjes in bekeken. Het bleek dat zo gauw de grijsaards in spé verleidt werden tot een non-celibatair leven de leeftijd van de dieren in veel gevallen lager was dan die van de controle groep. Sterker nog, hun voortplantingssucces lag ook lager in hun jonge dagen. Methusalem, eens gepresenteerd als Superfly viel van zijn voetstuk.

Uiteindelijk hebben we laten zien dat veroudering en honger-resistentie verwante processen zijn, maar dat ze in de realiteit van zowel genen als omgevingen afhankelijk zijn, waardoor simpele extrapolaties scheef gaan.�
Categorie:
Tag(s):