vrijdag, 28. september 2007 - 10:53

Aanpak angst en depressie kan beter

Amsterdam

De diagnose en behandeling van angst en depressie in de huisartsenpraktijk en in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) kunnen beter. Dat betoogt prof. dr. Richard van Dyck in zijn afscheidsrede, die hij op 5 oktober a.s. uitspreekt. Van Dyck pleit voor een geïntegreerde aanpak en een intensieve samenwerking tussen huisartsen en ggz-instellingen.

Jaarlijks krijgen ongeveer 800.000 Nederlanders te maken met een angststoornis en een even groot aantal met een depressie. Behandelingen met bewezen effect zijn onder andere medicatie en cognitieve gedragstherapie. Echter lang niet altijd worden deze behandelingen toegepast. Ook blijft herkenning van angst en depressie in de huisartsenpraktijk een lastig punt, waardoor een optimale behandeling achterwege blijft.

Richard van Dyck presenteert tijdens zijn afscheidsrede een geïntegreerde aanpak (collaborative care) om de diagnose en de behandeling in de huisartsenpraktijk en in de ggz te verbeteren. Dit houdt onder meer in dat de huisarts de eindverantwoordelijkheid over de behandeling en medicatie houdt.
Categorie:
Tag(s):