dinsdag, 18. december 2007 - 18:41

Ambtenaar niet vervolgd voor trapincident

Utrecht

Het onderzoek naar het trapincident op 6 augustus 2006, als gevolg waarvan een persoon is overleden en 22 personen gewond zijn geraakt, is afgerond. Na onderzoek door politie en NFI/TNO en na diverse getuigenverhoren bij de rechter-commissaris heeft het openbaar ministerie te Utrecht besloten de als verdachte aangemerkte ambtenaar van de gemeente Utrecht niet verder te vervolgen en de zaak te seponeren wegens gebrek aan bewijs.

In eerste instantie kwam uit technisch onderzoek naar voren dat er sprake was van een constructiefout die op 6 augustus 2006 er toe geleid heeft dat de pengatverbindingen (de bevestiging van het bordes van de trap aan de kade) afgebroken zijn waardoor op dat zelfde moment de trap naar beneden stortte.

Op basis van tactisch onderzoek is echter komen vast te staan dat twee ambtenaren van de gemeente Utrecht reeds op 22 juni 2006 hebben waargenomen dat de pengatverbindingen niet meer in orde waren. Op diezelfde dag is ook door deze twee ambtenaren aan de ambtenaar die binnen de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud aan gemeentelijk eigendommen (de verdachte), gemeld dat er in verband met geconstateerde mankementen naar de trap gekeken moest worden.

Bij de beoordeling of de verdachte individueel strafrechtelijk kan worden vervolgd, is het van belang te weten wat hij precies heeft geweten. Ondanks uitgebreid onderzoek is het niet mogelijk geweest exact vast te stellen in welke bewoordingen de meldingen bij hem zijn gedaan en of ze zodanig alarmerend waren dat hij had kunnen of moeten begrijpen dat er een levensgevaarlijke situatie was ontstaan. De hierover afgelegde verklaringen lopen te zeer uiteen. Wel is komen vast te staan dat de betreffende ambtenaar niet heeft begrepen dat er een levensgevaarlijke situatie was ontstaan. Daarom heeft hij volstaan met proberen contact te leggen met degene die volgens hem verantwoordelijk was voor het onderhoud van de trap.
Provincie:
Tag(s):