woensdag, 28. maart 2007 - 10:18

Extra aandacht politie voor kinderzitjes

De secretaris van het interprovinciaal Verkeersveiligheidsoverleg, werkzaam bij de Provincie Flevoland, Renata Kolk, heeft woensdagmorgen op de Oecumenische Dalton Basisschool “De Omnibus� in Almere de aftrap gegeven voor de autogordelcampagne. Zij benadrukte de eigen verantwoordelijkheid die ouders hebben bij het beschermen van hun kinderen tijdens het vervoer per auto.

De autogordelcampagne legt ook dit jaar het accent nadrukkelijk op de kinderbeveiligings-middelen. De nieuwe regels op dit gebied, die op 1 maart 2006 zijn ingegaan, zijn veel stringenter dan de oude regels. Centraal staat de verregaande bescherming van het kind in de auto bij een verkeersongeval. Een kind zal bij een verkeersongeval immers nauwelijks beseffen dat de auto wordt aangereden en zal, voordat het beseft wat er gebeurt, door de auto (of door de autoruit) vliegen. Bij verkeersongevallen komen nog steeds veel te veel kinderen om het leven, die gered hadden kunnen worden als zij in een deugdelijk kinderbeveiligingsmiddel hadden gezeten.

In het afgelopen jaar is de naleving van de regels voor de beveiligingsmiddelen toegenomen. Ruim 92% van de automobilisten maakten in 2006 op korte ritten nagenoeg altijd gebruik van de voorgeschreven autogordels, kinderzitjes of zitingverhogers. Op de grote ritten was dat percentage 98%. Maar nog steeds zijn er berichten te lezen over bestuurders of inzittenden van auto’s, die na een verkeersongeval uit de auto zijn geslingerd of tegen de voorruit zijn gebotst. In de komende weken gaat de politie extra controleren, ook en vooral in de omgeving van scholen en sportcomplexen, waar veel ouders hun kinderen per auto brengen en halen.

De keuze is op de Oecumenische Dalton Basischool “De Omnibus� gevallen, omdat deze school hard bezig is om het Verkeersveiligheidslabel verkrijgen. Alle kinderen van de school kregen na afloop een Goochem-gordeldier en een folder met de gordelregels uitgereikt.

Nieuwe regels

De hoofdregel is:

- iedereen boven de 18 jaar: in de autogordel
- iedereen beneden de 18 jaar en langer dan 1,35 m: in de autogordel
- iedereen beneden de 18 jaar en korter dan 1,35 m: in een kinderbeveiligingsmiddel (babystoeltje, kinderstoeltje of zittingverhoger).

Als een babystoeltje achterstevoren op de voorstoel staat, moet de airbag zijn uitgeschakeld.

Uiteraard zijn er uitzonderingen. Zo mogen bij te weinig gordels op de achterbank, als alle gordels zijn gebruikt, de resterende personen los op de achterbank zitten, mits zij langer zijn dan 1,35 meter.

Moet iemand eigenlijk drie kinderbeveiligingsmiddelen op de achterbank hebben, maar is de ruimte te klein, dan mag het derde kind in de autogordel, mits het kind ouder is dan 3 jaar.

Moet iemand incidenteel een vervoeren over korte afstand, dan mag dat bij gebrek aan een kinderbeveiligingsmiddel ook in de autogordel zitten, mits het kind ouder is dan 3 jaar.

Kinderen beneden de 3 jaar mogen nooit los in de auto vervoerd worden; ook is het verboden om personen te vervoeren op niet daarvoor bestemde zitplaatsen, zoals bijvoorbeeld in de laadruimte van een bestelauto. Onder deze regel valt ook het vervoer van personen in aanhangwagens. Ook het vervoer van personen in aanhangwagens bij optochten of intochten valt hieronder, maar daarvoor kan bij de wegbeheerder (meestal de gemeente) een vergunning aangevraagd worden.
Provincie:
Tag(s):