Feyenoord wint duel met twee gezichten

Het duel liet zich kenmerken door een opmerkelijk contrast. In de eerste helft was Feyenoord oppermachtig; na rust hield de thuisclub slechts ternauwernood stand. Het contrast laat zich eenvoudig verklaren. In de tweede helft verscheen Heerenveen met Afonso Alves aan de aftrap.

Na een wekenlange soap waarin de spits meermaals een verblijf op de stranden van Brazilië verkoos boven het afwerken van trainingen op Fries gras, was Alves dan toch bereid gevonden om zich in het shirt van zijn werkgever te hijsen. Heerenveen-trainer Gert-Jan Verbeek liet zijn sterspeler echter op de bank beginnen, met als gevolg dat Heerenveen in de eerste helft in offensief opzicht vrijwel niets voorstelde.

Feyenoord begon daarentegen uitermate voortvarend. Toen Makaay na 22 minuten de bal het doel intikte had de thuisclub al twee riante mogelijkheden op de 1-0 laten liggen. De treffer van Makaay veranderde in het geheel niets aan het spelbeeld. Feyenoord bleef in alle opzichten superieur en speelde de bal rustig rond, terwijl het machteloze Heerenveen zonder enige overtuiging achter de Rotterdammers aan hobbelde. Vijf minuten na de 1-0 was het dan ook opnieuw raak. Na een voorzet van Bahia kopte aanvoerder Giovanni van Bronckhorst de bal bij de tweede paal terug voor het doel. Daar stond Hofs klaar om de bal simpel met het hoofd binnen te werken.

De 2-0 bleek voor Feyenoord het sein om langzaam gas terug te nemen. Ook nu zag Heerenveen geen kans om het duel meer naar zich toe te trekken. De kentering kwam pas na rust met het inbrengen van Afonso Alves. Ogenschijnlijk geïnspireerd door de entree van de vedette bleken ook de andere Heerenveen-spelers plotseling wel in staat tot fel, assertief en offensief voetbal. De Braziliaan zelf was regelmatig dreigend, maar miste, evenals zijn ploeggenoten de scherpte om Henk Timmer te passeren. Slechts Roy Beerens wist de Feyenoord keeper te verschalken, maar zijn inzet werd door Kevin Hofland van de lijn gehaald.

Al met al heeft Feyenoord aangetoond wat men in Rotterdam al langer wist. Tegen zwakke opponenten is Feyenoord oppermachtig, maar zodra de tegenstander zelf ook enig voetballend vermogen aan de dag legt, komt de club in de problemen.