Hoge boetes geëist tegen NAM en GTI na dodelijk arbeidsongeval

Tijdens de rechtszitting stonden alleen de bedrijven terecht. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er weliswaar veel fouten zijn begaan, maar dat het onmogelijk is om één of meer personen aan te wijzen als direct verantwoordelijk voor de tekortkomingen.

Ook kon op grond van het onderzoek niet worden vastgesteld dat leidinggevenden of voormannen bewust fouten hebben gemaakt op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Het strafbare feit 'dood door schuld' kan volgens de officier van justitie niet worden bewezen, vooral als er wordt gekeken naar de aard van de fouten en hoe de fouten hebben kunnen gebeuren. In deze zaak gaat het om de arbeidsomstandigheden en alles wat daarmee samenhangt. Wel zijn er fouten begaan, omdat diverse betrokkenen niet goed hebben gecommuniceerd.

Het OM vervolgt in deze zaak daarom alleen de rechtspersonen, de bedrijven NAM en GTI. Uit het onderzoek van de arbeidsinspectie en de Staatstoezichthouder op de mijnen komt naar voren dat door beide bedrijven veel fouten zijn begaan. Ten eerste heeft de NAM als eigenaar van de installatie er niet voor gezorgd dat alle betrokkenen op de hoogte waren van de inhoud van de tank.

Daarnaast had de werkvergunning voor de laswerkzaamheden niet mogen worden afgegeven en was dit document bovendien onduidelijk en niet volledig ingevuld. De communicatie tussen de NAM en GTI is, volgens het oordeel van het OM, ook niet goed verlopen. Beide bedrijven hadden kunnen weten dat de laswerkzaamheden gevaarlijk waren. Dit omdat zij van de explosieve damp in de tank op de hoogte hadden moeten zijn. Verder oordeelt het OM dat beide bedrijven onzorgvuldig met de veiligheidsvoorschriften zijn omgesprongen. Ten slotte heeft GTI geen maatregelen genomen om het lassen door haar werknemers boven de tank met aardgascondensaat te voorkomen.

De algemeen directeur van de NAM sprak tijdens de rechtszitting over zogeheten 'collectieve blindheid'. Hij doelde hiermee op het routinematig handelen van de betrokken medewerkers. Het besef van veiligheid en de alertheid op risico’s was zoek voor en tijdens de werkzaamheden.

Het OM vorderde tegen de NAM een geldboete van 150.000 euro, omdat door het bedrijf een groot aantal ernstige fouten is begaan. In de zaak tegen GTI vorderde het OM een lagere geldboete van 100.000 euro. De reden hiervoor is dat dit bedrijf een geringer verwijt kan worden gemaakt dan de NAM. Het OM denkt dat deze overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet, een misdrijf, kan worden bewezen.

Zowel de NAM als GTI kon redelijkerwijs verwachten dat door handelen en vooral door het nalaten van handelen levensgevaar of ernstige schade voor de gezondheid kon ontstaan. De rechtbank zal over veertien dagen uitspraak doen in deze zaak.