dinsdag, 20. maart 2007 - 17:04

Hoge Raad adviseert nieuw onderzoek Deventer moordzaak

Den Haag

Dinsdag 20 maart 2007, heeft advocaat-generaal mr. A.J. Machielse advies aan de Hoge Raad uitgebracht in het herzieningsverzoek in de Deventer moordzaak. In dit advies pleit hij alvorens te kunnen beslissen over heropening van de moordzaak, voor een nader onderzoek rond getuige H. waarvan de verklaringen in de officiële stukken ontbreken.

Deze getuige H. heeft op 1 oktober 1999 aan 2 politiemedewerkers verklaard dat een medewerker van de begraafplaats waar de vermoorde Wittenberg is begraven aan de getuige heeft verteld ‘dat de klusjesman van Wittenberg op 24 september van dat jaar tegen hem zei dat de vrouw dood was en hoe dat zou zijn gebeurd’. De politie heeft dat deel van de verklaring volgens de getuige niet opgenomen.

De advocaat-generaal wil daarom dat de Hoge Raad uit zijn midden een raadsheer-commissaris aanwijst die zal overgaan tot het horen van beide verbalisanten, die op 18 oktober 1999 de getuige H. hebben gehoord, om duidelijkheid te verschaffen over de inhoud van de verklaring die de getuige tegenover hen heeft afgelegd. Eventueel zou de raadsheer-commissaris ook over kunnen gaan tot het doen van nader onderzoek teneinde de waarde van de latere verklaring van H. te kunnen beoordelen.

Wanneer het onderzoek aantoont dat de ontbrekende verklaring een zogenaamd novum oplevert: een omstandigheid van feitelijke aard betreft en dat die nieuwe feitelijke omstandigheid indertijd aan de rechter onbekend is gebleven waarbij ervan uit moet worden gegaan dat de gehele inhoud van het dossier dat aan de rechter ter beschikking stond aan hem bekend is geweest en dat dan het ernstig vermoeden bestaat dat de rechter bijvoorbeeld zou hebben vrijgesproken als hij met die omstandigheid bekend was geweest, met andere woorden dat het aangevoerde nieuwe materiaal ernstige twijfel doet rijzen aan de juistheid van de veroordeling, bestaat er een gerechtvaardige reden om een nieuw onderzoek van de zaak.
Provincie:
Tag(s):