woensdag, 27. juni 2007 - 12:06

Meer windenergie door nieuwe grote molens

Den Haag

De Nederlandse elektriciteitsproductie uit windenergie is sinds 2001 ruimschoots verdrievoudigd. Deze groei wordt veroorzaakt door het plaatsen van steeds grotere windmolens. In 2006 was 2,4 procent van het elektriciteits-verbruik geproduceerd door windmolens in Nederland.

Sinds eind 2001 is de totale capaciteit van de Nederlandse windmolens op land en op zee toegenomen van een kleine 500 megawatt (MW) tot ruim 1 500 MW eind 2006. Hierbij daalt het aantal in gebruik genomen windmolens op land al enige jaren, maar gaat het wel om steeds krachtigere windmolens.
Zo worden sinds 2006 veel turbines van 2 MW of meer geplaatst. Hierdoor is de gemiddelde capaciteit van de nieuwe windmolens op land met 50 procent toegenomen ten opzichte van 2005.

De meeste windmolens staan in Flevoland. Daar staat 38 procent van het totale windvermogen in Nederland. De windmolens staan verder vooral in de kustprovincies Groningen, Friesland, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland.

Eind 2006 is voor de kust bij Egmond het eerste windpark op de zee in gebruik genomen. Dit park telt 36 molens van 3 MW. Het totale vermogen van dit park is dus 108 MW, 7 procent van het totale windvermogen in ons land.

Ook in andere Europese landen is de capaciteit van de windmolens sinds 2001 verdrievoudigd, van 17 duizend MW eind 2001 tot 48 duizend MW eind 2006. De meeste windmolens staan in Duitsland en Spanje. Deze landen zijn samen goed voor twee derde van het Europese windvermogen.

Buiten Europa stond eind 2006 ongeveer 24 duizend MW. De totale capaciteit van de windmolens in Duitsland ligt hoger dan die van heel Noord-Amerika en die van Spanje hoger dan die van heel Azië.
Categorie:
Tag(s):