maandag, 12. maart 2007 - 11:43

'Minder seks door steile oevers'

Wageningen

Steile rivieroevers, in combinatie met hoge watersnelheden, maken seksuele voortplanting bij waterplanten als de kleine egelskop onmogelijk. Hierdoor kan de genetische diversiteit verrassend veel lager uitpakken dan in nabij gelegen rivieren met ondiepe plekken met langzaam stromend water.

Verder kunnen waterplanten zich, op de lange termijn, waarschijnlijk niet in rivieren handhaven als er geen dieren zijn die de zaden stroomopwaarts verspreiden. Dat denkt Bart Pollux van de Radboud Universiteit Nijmegen en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Hij promoveerde dinsdag 6 maart.

Kleine rivieren blijken sterk te verschillen vanuit het oogpunt van een waterplant, met grote gevolgen voor plant en natuurbeheer. Steile in plaats van geleidelijk aflopende oevers bepalen bijvoorbeeld de manier waarop waterplanten zich kunnen voortplanten. Bioloog Bart Pollux onderzocht de kleine egelskop (Sparganium emersum) in drie Nederlands-Duitse rivieren: de Niers, de Swalm en de Roer.

Deze kleine rivieren liggen hemelsbreed dicht bij elkaar maar verschillen sterk in lokale omstandigheden zoals de stroomsnelheid en het profiel van de bedding. In de ondiepe Swalm plant deze soort zich alleen maar aseksueel of ‘ongeslachtelijk’ voort omdat het water te snel langs de steile oevers stroomt. Hierdoor kan de plant niet zijn boven het water uitstekende, ‘stekelige’ bloeistengels ontwikkelen. “En dat heeft weer gevolgen voor de genetische diversiteit van de egelskoppen die in deze rivier groeien: die is veel geringer dan in de Roer bijvoorbeeld,� weet Pollux nu.

“Ook de samenhang tussen de verschillende populaties langs de rivier is anders: bij de Swalm is er bijna geen uitwisseling.� Een mogelijk gevolg is dat plekken waar populaties uitsterven niet meer opnieuw gekoloniseerd kunnen worden.

Voor het natuurbeheer van rivieren levert dit onderzoek een praktisch advies op. In het verleden zijn veel beken en rivieren rechtgetrokken en gekanaliseerd, waarbij ze het zogenaamde 'badkuipprofiel' met steile oeverwanden hebben gekregen. Hierdoor is vooral een gebrek ontstaan aan ondiepe plekken met langzaam stromend water.

Pollux stelt: “Voor een gezonde waterplantengroei moeten rivieren weer een natuurlijker rivierbedding krijgen. Als ze weer (mogen) meanderen, komen er zowel plekken met snelle als met langzame stroming. Dat komt de voortplanting en dus de genetische diversiteit van de planten ten goede.�

Tot nu toe legden onderzoekers van waterplanten in rivieren vooral de nadruk op verspreiding door waterstroming. Maar Pollux denkt dat “in theorie waterplantenpopulaties niet in rivieren kunnen overleven zonder zaadverspreiding door dieren�. Het water verspreidt de zaden en stengels van waterplanten namelijk maar in één richting. Hoe voorkomen de planten dan dat ze stroomopwaarts uitsterven? Vissen en vogels kunnen ‘helpen’ door de zaden op te eten en elders weer uit te poepen. De harde zaden van de kleine egelskop, en in iets mindere mate de zachtere van pijlkruid (Sagittaria sagittifolia), kunnen de rit door maag en darmen goed overleven. Pollux testte dit met karpers, wilde eenden en wintertalingen. In de Swalm produceren de kleine egelskoppen geen zaden, zodat er hier voor dieren niets te verspreiden valt.

Deze zogenaamde ‘drift-paradox’ van het eenrichtingsverkeer in rivieren en de oplossing die je daar als organisme voor moet hebben, was tot nu toe alleen bij ongewervelde dieren (zoals waterinsecten, vlokreeftjes en waterpissebedden) onderzocht, maar nog nooit bij planten.

Het NIOO is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het land. Op het NIOO-Centrum voor Limnologie in Nieuwersluis richten de onderzoekers zich op het leven in en rond het zoete water, met bijzondere aandacht voor wetlands. In het Centrum voor Wetland Ecologie werken het NIOO en het Institute for Water and Wetland Research van de Radboud Universiteit Nijmegen samen, met verschillende andere universiteiten.
Categorie:
Tag(s):