Plichtmatige zege op VVV-Venlo bezorgt Ajax koppositie

In het perspraatje een dag voor de wedstrijd had Henk ten Cate nog een lijst opgesomd met daarop de spelers die geblesseerd of in ieder geval niet topfit waren. Zes geblesseerden telde de oefenmeester van Ajax in ieder geval: Davids, Leonardo, Bakircioglü, Stam, Vermaelen en Mitea. Ten Cate noemde het aantrekken van Albert Luque een ‘inschattingsfout’, omdat hij nog niet direct inzetbaar was.

Toch was het de Spanjaard die de Amsterdammers op het juiste spoor zette tegen VVV-Venlo. De gasten waren na vier minuten op voorsprong gekomen, nadat John Heitinga een ingooi van Mike Mampuya verkeerd taxeerde en Karim Soltani kon inkoppen.

Ajax modderde maar wat aan tot Luque in de zestiende minuut een steekbal van Gabri subtiel afrondde voor de gelijkmaker. De Spaanse aanvaller maakte drie minuten later ook zijn tweede treffer, met dank aan een fout van doelman Kevin Begois.

Hoewel Luque het veld meteen daarna geblesseerd verliet, zorgde de voorsprong ervoor dat de motor aan Amsterdamse zijde begon te draaien. Hedwiges Maduro schoot uit een vrije trap van Urby Emanuelson de 3-1 binnen, terwijl invaller Dennis Rommedahl met een beetje geluk een goede actie van Luis Suárez afrondde: 4-1.

Kort na rust had Paul Jans de Venlonaren terug in de wedstrijd kunnen brengen, maar Emanuelson haalde de bal van de lijn. Ook Leon Kantelberg en Edwin Linssen deelden speldenprikjes uit. Aan de andere kant hadden Suárez en Klaas-Jan Huntelaar de score in de niet bijster spectaculaire tweede helft al eerder kunnen opvoeren.

Pas in de 77ste minuut vond Ajax opnieuw het net. Een schot van Suárez werd met moeite gepareerd door Begois, waarna invaller Laurent Delorge zijn eerste officiële doelpunt voor Ajax kon aantekenen. Het slokakkoord kwam op naam van Huntelaar, die een ongelukkige wedstrijd speelde, maar in de 89ste minuut uit een voorzet van Delorge zijn achtste doelpunt van het seizoen aantekende: 6-1.