zondag, 8. juni 2008 - 17:49

‘De Veersche Jaren’ 1915-1969

Veere

In het spoor van zijn vader Philip (beeldhouwer) en grootvader Johannes (kunst-schilder en graficus) die beiden in Veere woonden en werkten, neemt fotograaf Luc ten Klooster deel aan de expositie: De kunstenaarsfamilie TEN KLOOSTER, ‘De Veersche Jaren’ 1915-1969

Hij exposeert foto- en videowerk dat speciaal voor deze expositie gemaakt is en waarin hij zijn herinneringen aan zijn Veerse jeugdjaren (1953-1964) en de contrasten met het huidige Veere gestalte geeft.

Kapitein J.F.E. (Johannes) ten Klooster (1873-1940) vestigde zich met zijn gezin in 1915, in het Zeeuwse stadje Veere. Gedurende een lange periode was hij officier geweest bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en leidde o.m. expedities naar onbekende delen van Nederlands Nieuw-Guinea. Na de demobilisatie ging hij in 1919 met pensioen en kon hij zich aan zijn ‘tweede’ leven, dat van beeldend kunstenaar, gaan wijden.

Hij wist tussen 1920-1940 een uniek oeuvre op te bouwen. Vooral uit zijn houtsneden (geïnspireerd door Ned-Indië) spreekt een eigen stijl. Hij was een kunstenaar van de lijn, die graag in zwart-wit werkte. Zijn olieverven zijn daar en tegen onverwacht kleurrijk van toon en spontaan geschilderd. Een groter contrast met zijn houtsneden is haast niet denkbaar.
Zijn zoon Philip (Flip) ten Klooster (1909-1969) woonde en werkte aanvankelijk in Amsterdam en Huizen (N.H.) en vestigde zich na de Tweede Wereldoorlog in Veere. In zijn atelier/werkplaats was het een drukte van belang vanwege alle na-oorlogse restauratie-opdrachten voor de stad Middelburg.

Hij kreeg ook diverse grote opdrachten voor monumentaal werk, voornamelijk in Zeeland. Naast dit grote werk maakte Philip ook kleiner werk met dezelfde overtuiging en gedrevenheid. Hij boetseerde, sneed in hout en maakte in opdracht prachtige bustes, zowel in steen als in brons. Zijn stijl was traditioneel, maar soms ook hoekig en haast kubistisch. Een getalenteerd en zeer veelzijdig steenhouwer met een goed oog voor detail en verhoudingen. Vrijwel onbekend is, dat hij ook zeer goed kon tekenen en prachtige penseelschetsen en kleuren houtsnedes heeft gemaakt.

In de zomer van 2008 worden deze beide Ten Kloosters geëerd met een grote oeuvre-expositie in het Veerse Museum ‘De Schotse Huizen’, aangevuld met recent werk van Philip’s jongste zoon Luc (1953), die zich ontwikkeld heeft tot een begaafd kunstfotograaf.

Dat Luc zich (zeker in zijn vrije werk) meer beeldend kunstenaar dan fotograaf voelt mag geen verwondering wekken. Zijn belangstelling voor fotografie ontstond al op jeugdige leeftijd toen hij zijn eerste camera kreeg en meteen probeerde om daarmee "mooie" foto's te maken. Enkele van die foto´s exposeert hij nog wel eens. Hij koos echter voor een conservatoriumopleiding en loopbaan als concertpianist waarmee de fotografie noodgedwongen in de koelkast belandde.

Pas sinds 1999 is er weer meer tijd beschikbaar gekomen om zich serieus aan de fotografie te wijden en een tweede beroep kwam al snel in beeld door het krijgen van steeds meer opdrachten. Specialist in een bepaalde tak van de fotografie wil hij niet zijn; zijn opdrachten variëren van promotieportretten van musici tot reportage- en architectuurfotografie. Ook in zijn vrije werk wil hij zich niet binden aan een specialisatie of stijl en houdt hij zich bezig met velerlei onderwerpen.

Ondanks de digitale revolutie laat de donkere kamer hem nog steeds niet los. Door middel van "digitale negatieven" ziet hij zelfs kans om zijn digitaal bewerkte bestanden weer terug te brengen naar klassieke donkere kamer zilverbariet afdrukken. Hij exposeerde op diverse plaatsen in Nederland, België en Oostenrijk. Portfolio's werden gepubliceerd in Focus , de Griekse fototijdschriften Photo-Net en Photo-book en het Spaanse La Fotografia Aktual.
Provincie:
Tag(s):