donderdag, 11. december 2008 - 10:07

Babysterfte in Nederland bijna hoogste van Europa

Maastricht

Nederland behoort tot de landen met de hoogste babysterfte in Europa. Dit blijkt uit EURO-PERISTAT-II, een groot Europees vergelijkend onderzoek van gezondheidsuitkomsten van moeders en baby’s in 25 EU-landen en Noorwegen.

In Nederland sterft één op de honderd baby’s tijdens de zwangerschap of direct na de geboorte, waarmee ons land op de derde plaats staat na Frankrijk en Letland. De Europese resultaten zijn vandaag gepresenteerd. De Nederlandse cijfers worden zaterdag 13 december gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

TNO heeft in samenwerking met het Franse INSERM, de sterftecijfers uit het peiljaar 2004 van baby’s voor, tijdens of direct na de geboorte tussen 26 Europese landen vergeleken. Het vorige PERISTAT-onderzoek had 1999 als peiljaar. Toen had Nederland het hoogste sterftecijfer van 15 EU-landen. Ten opzichte van 1999 is het sterftecijfer in Nederland gedaald, maar ook in andere Europese landen is de sterfte van baby’s rondom de geboorte afgenomen.

De Nederlandse cijfers zijn afkomstig van de Stichting Perinatale Registratie Nederland. In de Stichting zijn de beroepsorganisaties van verloskundigen (KNOV), gynaecologen (NVOG), kinderartsen (NVK) en huisartsen (LHV) vertegenwoordigd.

Hoog sterftecijfer

In Nederland sterft één op de honderd baby’s voor, tijdens of direct na de geboorte. Alleen in Frankrijk en Letland is dit aantal hoger. Daar sterven elf op de duizend kinderen. Met nog geen vijf sterftegevallen per duizend geboortes scoren Luxemburg, Slowakije en Spanje het beste van alle Europese landen. Nederland kent relatief hoge sterftecijfers tijdens de zwangerschap en de geboorte en vlak na de geboorte. De sterfte in de tweede tot de vierde week na de geboorte is in Nederland relatief laag.


Oorzaken nog onduidelijk

Het is nog onvoldoende duidelijk waarom ons land het ten opzichte van de rest van Europa niet goed doet. Nederland heeft relatief veel oudere moeders en meerlingzwangerschappen. Ook kende Nederland relatief weinig prenatale screening op aangeboren afwijkingen in 2004. Nederlandse kinderartsen zijn terughoudend met behandelen van extreem vroeggeboren baby’s waardoor deze hier vaker vlak na de geboorte overlijden dan het buitenland. Deze factoren kunnen echter niet het totale verschil verklaren. Of in Nederland het percentage allochtone zwangeren hoog is in vergelijking met de andere landen en of dat een deel van het verschil verklaart is op basis van de PERISTAT-cijfers niet te zeggen.

Volgens de Nederlandse PERISTAT-Stuurgroep is het hard nodig meer te weten over de oorzaken van de relatief hoge sterfte in Nederland en over de mogelijkheden om deze te verlagen. Nadere analyses van de verschillen in babysterfte tussen de Europese landen kunnen een eerste stap zijn in die richting. Alleen als we veel meer weten over de aard van het probleem in Nederland kan de (preventieve) zorg aan zwangeren en pasgeborenen effectief worden verbeterd.
Categorie:
Tag(s):