donderdag, 26. juni 2008 - 18:17

DNA krachtig middel bij opsporing criminaliteit

Den Haag

Het gebruik van DNA in de opsporing van criminaliteit heeft de afgelopen jaren als het gevolg van enkele wetswijzigingen een enorme vlucht genomen. Zowel bij verdachten in de opsporingsfase als bij personen die zijn veroordeeld wordt steeds meer DNA-onderzoek toegepast. Hierdoor is de DNA databank fors gegroeid.

Dit biedt meer kansen op een succesvolle opsporing en dus betere kansen voor bestrijding van de criminaliteit. Dat blijkt uit twee onderzoeken van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum die donderdag door minister Hirsch Ballin van Justitie naar de Tweede kamer zijn gezonden.

Door nieuwe wettelijke mogelijkheden, is het aantal DNA-profielen van verdachten en veroordeelden dat in de de DNA-databank is opgeslagen, inmiddels gegroeid tot meer dan 50.000, 8 keer meer dan begin 2005. Naar verwachting zal deze stijging zich de komende jaren voortzetten.

Minister Hirsch Ballin schrijft in de brief aan de Tweede Kamer dat, na enkele opstartproblemen vanwege de enorme hoeveelheden, het gebruik van DNA een krachtig instrument is geworden in het strafproces. Het afnemen van DNA bij veroordeelden heeft bijvoorbeeld tot en met 30 juni 2007 geleid tot hits in meer dan 1600 zaken, waarbij overigens in 15 % van de gevallen de zaak al bleek opgelost. De overige zaken zijn of worden momenteel door de politie en het openbaar ministerie onderzocht.
Provincie:
Tag(s):