woensdag, 6. augustus 2008 - 10:06

Meer hivinfecties geconstateerd

De Bilt

De soacentra in Nederland hebben in 2007 gezamenlijk 306 nieuwe hiv besmettingen vastgesteld. Net als voorgaande jaren was het aantal besmettingen met chlamydia de meest voorkomende soa. Hiervan werden bijna 8.000 nieuwe diagnoses gesteld. Dit blijkt uit cijfers van het RIVM.

In 2007 heeft een aantal soacentra een nieuw testbeleid ingevoerd. Hierbij wordt iedereen op hiv getest tenzij men hier bezwaar tegen maakt. In 2007 is 86 procent van alle bezoekers van de soacentra op hiv getest; in 2006 was dit 71 procent. Door dit nieuwe testbeleid worden binnen de soacentra meer hivinfecties eerder opgespoord. Hierdoor kan behandeling tijdig gestart worden en kan men zorgen dat seksuele partners niet met hiv worden besmet.

In 2007 werd bij 7.801 mensen chlamydia gevonden. Daarmee is het de meest voorkomende soa. De meerderheid van deze diagnoses vond plaats bij heteroseksuelen onder de 25 jaar. Het is belangrijk om een chlamydiainfectie zo vroeg mogelijk op te sporen en te behandelen, want door deze infectie kunnen vrouwen op lange termijn onvruchtbaar worden. Een algemene screening op chlamydia kan daar aan bijdragen. In de regio’s Amsterdam, Rotterdam en Zuid-Limburg worden op dit moment jongeren benaderd voor een chlamydiatest. Deze chlamydiascreening wordt georganiseerd door de desbetreffende GGD’en en gecoördineerd door Soa Aids Nederland. De eerste resultaten worden in december 2008 verwacht.

In 2007 kwamen ruim 78.000 mensen naar een van de nationale soacentra waar men terecht kan voor gratis onderzoek en behandeling. Dit is een stijging van 13 procent ten opzichte van 2006. De soacentra richten zicht op hoogrisicogroepen. Het RIVM verzamelt jaarlijks de gegevens van de 32 soacentra in Nederland. Deze gegevens geven de trends van het aantal en de typen soa in Nederland weer.
Provincie:
Tag(s):