dinsdag, 2. december 2008 - 9:41

Nederland moet voortrekkersrol nemen in klimaatbeleid

Den Haag

In een dinsdag uitgekomen advies over “Klimaat, energie en armoedebestrijding� constateert de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) dat ook met het oog op het welslagen van de lopende internationale klimaatonderhandelingen, het internationaal klimaatbeleid dringend moet inspelen op de gevolgen van klimaatverandering in kwetsbare ontwikkelingslanden.

De kosten voor aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering zullen wereldwijd zo’n 30 tot 70 miljard dollar per jaar bedragen.

De AIV stelt dat op de geïndustrialiseerde landen een verantwoordelijkheid rust om ontwikkelingslanden te ondersteunen om deze gevolgen te bestrijden. Nederland moet hierbij een voortrekkersrol spelen. Het zal door zijn lage ligging ook zelf aanzienlijke adaptatie-programma’s moeten ontwikkelen.

Bovendien is het bij uitstek deskundig in de typische adaptatiesectoren als aanpassing van landbouw en infrastructuur, en waterhuishouding en kustversterking.


Biobrandstoffen

De AIV is het er mee eens dat de Nederlandse en ook de Europese doelstellingen voor het gebruik van biobrandstoffen naar beneden worden bijgesteld. Eerste generatie biobrandstofproductie kunnen diverse negatieve gevolgen met zich meebrengen. Zo kan de emissie die wordt veroorzaakt door de teelt en distributie van biomassa en -brandstof, de emissiewinst die de biobrandstof oplevert ten opzichte van fossiele brandstof (groten)deels tenietdoen; kan er schade optreden aan biodiversiteit en kan er negatieve invloed zijn op de wereldvoedselprijzen en voedselvoorziening.

De AIV bepleit een snelle overgang naar het gebruik van tweede generatie biobrandstoffen. De verwachte bijdrage van tweede generatie biobrandstoffen aan internationale klimaatverbetering en duurzame energievoorziening is veel groter dan die van de eerste generatie. Het te ontwikkelen potentieel hiervoor in ontwikkelingslanden is groot. Het ondersteunen van hierop gerichte proefprojecten moet onderdeel gaan uitmaken van het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingbeleid.


Kortom de AIV adviseert het introduceren van een toets op Europees niveau op de duurzaamheid van te verwerven credits afkomstig van Clean Development Mechanism (CDM)-projecten (het CDM is een flexibel instrument uit het Kyoto Protocol, waarmee industrielanden in ontwikkelingslanden een deel van hun reductieverplichting voor broeikasgassen kunnen voldoen).
Categorie:
Tag(s):