Veroordeling en vrijspraak oprichters Voedselbank

Een bedrijf doneerde wekelijks vlees aan de Voedselbank, waarvan de mannelijke verdachte tussen de 680 en 920 kilo aan een restaurant in Beek en Donk leverde. Zijn vrouw was van de leveringen op de hoogte.De rechtbank oordeelt dat het vlees niet ten goede is gekomen aan de cliënten van de Voedselbank. De vrouw is daarnaast veroordeeld voor verduistering van een geldbedrag.

De rechtbank sprak beide verdachten vrij van oplichting en het verduisteren van flessen wijn die aan de Voedselbank waren geleverd. Omdat de wijn volgens de regels van de Voedselbank niet aan cliënten mocht worden uitgedeeld, is de wijn geleverd aan een restaurant in Beek en Donk. In ruil voor de wijn hebben vrijwilligers van de Voedselbank bij het betreffende restaurant gegeten. Daarmee is de hele partij wijn volgens de rechtbank ten goede gekomen aan de Voedselbank.

De rechtbank houdt er rekening mee dat de verdachten onvoldoende zijn gestuurd en gecontroleerd door het bestuur van de Voedselbank. Er was sprake van een hoge werkbelasting en de oprichters hebben diverse malen aan het bestuur laten weten dat ze het niet meer aan konden en hulp wilden. Daarnaast hebben de verdachten volgens de rechtbank ernstig geleden onder de omvangrijke media-aandacht, waarbij hen meer is verweten dan door de officier van justitie is tenlastegelegd en uiteindelijk door de rechtbank bewezen is verklaard.