zondag, 8. juni 2008 - 11:33

VWA controleert tattoo-branche

Den Haag

De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) neemt maatregelen tegen eigenaren van tatoeage- en piercingshops die nog geen vergunning hebben aangevraagd bij de GGD. Sinds 1 juni 2007 moeten deze ondernemers volgens nieuwe regelgeving een vergunning bij de GGD aanvragen. Dit heeft de VWA laten weten.

Dit geldt ook voor schoonheidsspecialisten die permanente make-up aanbrengen. Deze vergunning wordt pas verstrekt nadat de GGD heeft vastgesteld dat er gewerkt wordt volgens de vastgestelde hygiënevoorschriften. Zonder deze vergunning mag de ondernemer geen werkzaamheden uitvoeren.

Merendeel met vergunning
Op 28 mei 2008 was 83% van de vergunningplichtige ondernemers in het bezit van een vergunning. Het maatregelenbeleid van de VWA heeft mede geleid tot dit hoge percentage.

Sinds de nieuwe regelgeving een jaar geleden van kracht werd, is 97 maal een schriftelijke waarschuwing opgemaakt tegen ondernemers die nog geen vergunning hadden aangevraagd.

Vier maal is er een boeterapport uitgeschreven tegen een ondernemer die werkzaamheden uitoefende terwijl de vergunning geweigerd was of omdat de leeftijdsgrens werd overtreden. De GGD heeft wegens het overtreden van de leeftijdsgrenzen de vergunning van een ondernemer ingetrokken.

Websites vergunninghouders
De ondernemers die in het bezit zijn van een vergunning staan op de websites:
www.veiligtatoeerenenpiercen.nl en www.veiligpmu.nl. Consumenten wordt aangeraden deze websites te raadplegen alvorens zij een tatoeage, piercing of permanente make-up laten aanbrengen.

Kleurstoffen steeds veiliger
De veiligheid van kleurstoffen die gebruikt worden voor tatoeage en permanente make-up laat sinds de invoering van het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen in 2004 een forse verbetering zien. Met name de Nederlandse importeurs en producenten blijken zich bewust te zijn van de nieuwe eisen en leveren sinds de invoering veiligere producten.

Het aantal microbiologisch besmette monsters is gedaald van 18% in 2004 tot 5% in 2007. De aanwezigheid van verboden azo-kleurstoffen is eveneens afgenomen tot 5% in 2007. In 2004 was dat nog 14%. Bij minder dan 1% van de onderzochte monsters werden in 2007 conserveermiddelen aangetroffen tegenover 13% in 2004.

Gezien het aantal kleurstoffen dat nog niet aan de eisen voldoet, blijft de VWA controleren. Het onderzoek richt zich daarbij vooral op buitenlandse leveranciers die hun kleurstoffen via beurzen en/of internet op de Nederlandse markt brengen.
Provincie:
Tag(s):