woensdag, 14. oktober 2009 - 12:32

Amsterdam 2008: minder minima, meer schulden

Amsterdam

In 2008 daalde het aantal minima-huishoudens fors. Jarenlang leefde één op de vijf huishoudens van een minimuminkomen. In 2008 is dat één op de zes. Belangrijkste oorzaak van de daling vormt een jarenlang gunstig economisch klimaat.

In 2008 vonden meer Amsterdammers een (reguliere) baan. De economische voorspoed van de afgelopen jaren heeft de situatie van langdurige minima en éénoudergezinnen niet verbeterd. In 2008 is tevens het aantal mensen met schulden toegenomen. Dit blijkt uit de Amsterdamse armoedemonitor 2008.

In 2008 waren er 409.442 huishoudens in Amsterdam, waarvan 69.067 minima-huishoudens. Dat is ruim 6% minder dan in 2007. Het aandeel minimahuishoudens in de stad is daarmee het laagste sinds 2002. Belangrijkste oorzaak van de daling vormt een jarenlang gunstig economisch klimaat.

In 2008 vonden meer bewoners een (reguliere) baan. Daarnaast wordt een derde van de daling verklaard uit het feit dat jaarlijks meer minima uit Amsterdam vertrekken dan er komen wonen.

Actief Armoedebeleid
Wethouder Ossel is tevreden met de grote daling van het aantal minimahuishoudens maar realiseert zich ook dat dit te maken heeft met de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren.

De crisis zorgt voor een kentering. De verwachting is dat het beroep op armoedevoorzieningen zal toenemen. Dit legt een druk op de beschikbare armoedemiddelen.

De economische voorspoed heeft verder geen invloed gehad op de situatie van de meest kwetsbare groepen in de samenleving. Het blijft lastig voor hen, zeker na een relatief lange periode op het sociaal minimum om uit de armoede te komen. De komende jaren vragen om creativiteit en inzet om nieuwe armoede te voorkomen en om gerichte aandacht voor bewoners die niet in staat zijn op eigen kracht hun situatie te verbeteren.’

De Gemeente heeft recent het Actief Armoedebeleid vastgesteld, dit wordt nu verder in de steigers gezet. Hiermee wil de gemeente Amsterdam een het bereik van de voorzieningen te vergroten, de effectiviteit van de schuldhulpverlening te versterken en het bedrijfsleven en maatschappelijke en zelforganisaties bij armoedebestrijding te betrekken.

Wethouder Ossel:’Ik ben hier blij mee. Het zegt veel over de positieve richting van ons beleid. Maar met de kredietcrisis mag je niet zomaar verwachten dat de trend zich doorzet.’

Niet met iedereen gaat het beter
De cijfers geven ook aan dat de economische voorspoed van de afgelopen jaren geen invloed heeft gehad op situatie van de meest kwetsbare groepen. In 2008 zagen meer éénoudergezinnen hun inkomen dalen. Het merendeel van de Amsterdamse minimakinderen woont inmiddels in een éénoudergezin.

Stijging van het aantal minima met schulden
Het aantal minima met schulden is sinds 2002 gestaag gegroeid. In 2002 had 12% van de minima een negatief vermogen. In zes jaar tijd is dit aandeel verdubbeld tot 24% in 2008. Van alle huishoudtypen leven éénoudergezinnen het vaakst met een schuld: 27%.

Meer langjarige minima
Het aantal minimahuishoudens dat langer dan 3 jaar op het minimum leeft, is licht gestegen van 56.128 huishoudens in 2007 naar 58.150 in 2008.

Gelijkblijvend bereik gemeentelijke regelingen.
Gemiddeld worden zeven van de tien doelgroepminima (69%) bereikt. In 2007was dat ongeveer hetzelfde. De Stadspas heeft het hoogste bereik (83%). De voorzieningen voor jongeren, zoals de PC-voorziening en de Scholierenvergoeding hadden in 2008 ook een groot bereik. De combinatie van Langdurigheidstoeslag, Knipkaart en Plusvoorziening 65+ hadden het laagste bereik (53%).

Gemeentelijk armoedebeleid
De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk minimahuishoudens gebruikmaken van de inkomensvoorzieningen die voor hen bedoeld zijn. Zo benadert de gemeente doelgroepen gericht en pro-actief door bestandskoppeling, organiseert de gemeente budgetmarkten waar de voorzieningen onder de aandacht worden gebracht en is er hulp van de Formulierenbrigade bij het invullen van formulieren.
Provincie:
Tag(s):