AZ wint moeizaam van fel FC Utrecht

De ploeg van trainer Louis van Gaal speelde een matte partij voetbal. Spitsen Arí en Mounir El Hamdaoui zaten totaal niet in de wedstrijd en ook Moussa Dembélé kon weinig afdwingen op rechts. De Domstedelingen waren vooral de tweede helft voortdurend in balbezit, maar heel veel kansen leverde dit niet op. Daarvoor speelden de Utrecht-spitsen Loïc Loval, Ali Boussaboun en Leroy George ook te zwak.

Na de 'lucky' goal van Martens kreeg Alje Schut wel een aardige kopkans, maar de bal vloog net over. De verdediger mocht vrijwel direct daarna het veld verlaten. Bij diezelfde mogelijkheid kwam hij in aanraking met de vuist van keeper Joey Didulica, wat de aanvoerder van de dag een gebroken neus opleverde.

Niet veel later was het Demy de Zeeuw die een voorzet van Martens met een prachtige zweefduik op de paal kopte. Het was ongeveer de laatste kans die Alkmaarders creëerden in de hele wedstrijd. De koploper van de Eredivisie liet weer ouderwets zien waarom het bovenaan staat. Als je slechte wedstrijden op deze manier weet te winnen, dan wordt je kampioen. Dat heeft PSV de laatste jaren wel bewezen.

Na rust had het elftal van trainer Ton Du Chatenier voortdurend balbezit, maar tot echte uitgespeelde kansen kwam het niet. Daarvoor stond de AZ-verdediging te goed, een achterhoede met Niklas Moisander in de gelederen. De Fin stond in de basis na een periode van blessureleed en deed dat als vanouds naar behoren.

Al met al komt Alkmaar Zaanstreek steeds dichterbij de eerste landstitel sinds het seizoen 1980/1981. Met het gegeven dat een moeilijke uitwedstrijd tegen FC Utrecht op deze manier winnend wordt afgesloten, lijkt het slechts een kwestie van tijd.