Op 29 oktober 2007 overleed een echtpaar aan koolmonoxidevergiftiging in hun pas opgeleverde woning aan het Architect Aartsplein in Rijen. Onder leiding van het OM Breda is diepgravend onderzoek verricht door de politie Midden en West Brabant en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) samen met TNO en de Voedsel en Warenautoriteit naar de omstandigheden van het overlijden van de twee personen. Het OM kan op basis van de onderzoeksresultaten niet tot vervolging overgaan.
Unieke combinatie factoren
De te hoge en dodelijke concentratie koolmonoxide is ontstaan door een unieke combinatie van een aantal factoren die zich van 27 tot en met 29 oktober 2007 in het appartement aan de Architect Aartsplein 23 afspeelde.
Bouwkundig en technisch
Enkele van deze factoren zijn van bouwkundige en technische aard. In de eerste plaats het in de woning foutief gemonteerde rookafvoersysteem. Door het ontbreken van een goede, loodrechte afvoer hoopte een deel van het condenswater zich hierin op, waardoor de afvoer van rookgas belemmerd werd.
Voorts zorgden ontbrekende of slechte koppelingen ervoor dat rookgas met het hoge koolmonoxidegehalte in de schacht (de interne schoorsteen in de woning) niet goed werd afgevoerd.
Omdat bovendien de giboschachtwanden kieren vertoonden, kon rookgas terugstromen en recirculeren in de woning.
Tot slot schakelde de CV-ketel — hoewel voorzien van een CE-markering aan de hand van de Europese norm EN 483 — niet tijdig af bij de gehinderde rookgasafvoer.
Externe factoren
Deze factoren zijn elk op zich niet de oorzaak van de vergiftiging maar hebben in combinatie met elkaar daartoe geleid. Daarbij is verder van belang dat bij reconstructie van de fatale gebeurtenissen door het NFI - in de toen nog niet aangepaste woning met de originele CV-ketel - is gebleken dat de dodelijke concentraties niet werden gehaald. Dit kan te verklaren zijn uit diverse moeilijk na te bootsen andere, externe factoren (waaronder windkracht, windrichting, temperatuur).
Tegen deze achtergrond is de conclusie dat de bouwtechnische tekortkomingen, waarvoor het installatiebedrijf verantwoordelijk is geweest, niet dermate bepalend zijn geweest voor de fatale afloop dat dit kan leiden tot een succesvolle vervolging van dit bedrijf of medewerkers ter zake het delict dood door schuld.
De oorzaak van de koolmonoxidevergiftiging waaraan het echtpaar is overleden, is dus te wijten geweest aan een unieke combinatie van factoren, die zich op dat moment heeft voorgedaan.
Deze combinatie is zo ongelukkig geweest dat het OM Breda van mening is dat geen van de betrokken bouwondernemingen of toeleveranciers strafrechtelijk vervolgd kan worden.
