dinsdag, 2. juni 2009 - 10:18

Meer psychische stoornissen in stad dan op platteland

Amsterdam

In de meest verstedelijkte gemeenten lijden 80% meer mensen aan een of meer psychische stoornissen dan in de minst verstedelijkte gemeenten.

Dat blijkt uit het onderzoek van Jaap Peen die donderdag 4 juni promoveert aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook het GGZ-gebruik ligt hoger in de steden. Zo zijn er uit de meest verstedelijkte gemeenten 190% meer personen opgenomen in klinieken.

Van oudsher wordt een hoge bevolkingsdichtheid geassocieerd met het meer vóórkomen van maatschappelijke en psychosociale problematiek. Zo is in het verleden ook aangetoond dat stadsbewoners in meer gevallen lijden aan psychische problemen dan plattelandsbewoners. Peen onderzocht in zijn proefschrift hoe in Nederland, en in de Westerse wereld in het algemeen, de huidige verhoudingen liggen tussen stad en platteland in het vóórkomen van psychische problemen.

In een internationale overzichtsstudie toonde hij in zijn proefschrift aan dat er in de Westerse wereld bij de stadsbevolking 38% meer psychische problemen voorkomen dan bij de plattelandsbewoners. Het corrigeren van verschillen in de bevolkingssamenstelling leidde slechts tot een beperkte verlaging van dit verschil.

Ook onderzocht Peen of er verband is tussen de mate van sociaal-economische achterstand van Amsterdamse buurten en het vóórkomen van psychiatrische opnamen. Uit achterstandsbuurten werden beduidend meer mensen in de GGZ opgenomen dan uit welvarende buurten.

Peen bediscussieert of en hoe de stedelijke omgeving psychische problemen zou veroorzaken en of buurtverbetering de geestelijke gezondheid van inwoners zou kunnen verbeteren. Tot slot bespreekt hij of de huidige verdeling van GGZ-middelen in overeenstemming is met de bevindingen in zijn proefschrift.
Categorie:
Tag(s):