In het schooljaar 2008 gingen in Limburg 92 duizend kinderen naar het basisonderwijs. Dat is 11 procent minder dan in 2000. In Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland bleef de daling beperkt tot ongeveer 2,5 procent. De ontwikkeling van het aantal leerlingen in het basisonderwijs hangt in alle provincies sterk samen met de toe- of afname van het aantal 4- tot 12-jarigen.
In dezelfde periode daalde in Limburg het aantal vestigingen van basisscholen met 8 procent. Deze daling is minder sterk dan die van het aantal leerlingen. Hierdoor nam het gemiddelde aantal leerlingen per vestiging af van 230 naar 223. Dat komt neer op een daling van 3 procent.
Limburg is de enige provincie waar de gemiddelde vestigingsgrootte behoorlijk afnam. In Flevoland, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland bleef deze nagenoeg gelijk, doordat de ontwikkeling van het aantal vestigingen gelijk opging met de ontwikkeling van de leerlingaantallen.