zaterdag, 12. december 2009 - 13:54

Ook onderwijs slachtoffer managerscultuur

Het (basis-)onderwijs in Nederland, maar vooral dat in Fryslân wordt steeds meer gezien als slecht, lastig en dus rijp voor reorganisatie, zegt Ad van de Kolk fractievoorzitter van de SP Fryslân.
In sommige gebieden in Fryslân zijn scholen al samengevoegd in grote fusieorganisaties die hun scholen verspreid zien in een groot gebied. In de Zuidwesthoek bijvoorbeeld. In totaal 29 basisscholen met 2200 leerlingen.
Men is trots op die prestatie. Maar de vraag is natuurlijk of die trots wel terecht is. Nog afgezien van het feit of een eventuele herindeling door zal gaan die een wig zal drijven in deze gefuseerde organisatie en deze wellicht zal versplinteren.

Volgens van de Kolk wordt er beweerd dat de aanwezigheid of afwezigheid van een school geen invloed heeft op de leefbaarheid van een dorp maar er wordt niet bijgezegd hoe men deze leefbaarheid dan eigenlijk ziet. Ook wordt er niet bijgezegd wie heeft bepaald hoe de definitie van leefbaarheid er uit ziet. Aan de mensen uit de dorpen, ouders of leerlingen en ook de leraren wordt over het algemeen niets gevraagd. Onderzoeken zouden aantonen dat dorpen geen last zullen hebben van het wegvallen van een (basis-)school. Maar het tegendeel is waar, scholen maken wel degelijk een wezenlijk onderdeel uit van voorzieningen die een dorp aantrekkelijk maken voor gezinnen en vormen een noodzakelijk onderdeel van het sociale leven.

Wat in de onderzoeken ook te weinig wordt meegenomen is de school onder te brengen in een totaal van kleinschalige voorzieningen dat een dorp biedt waardoor (jonge) mensen zich daar willen vestigen. Stelselmatig zijn en worden al deze kleinschalige voorzieningen steeds meer de dorpen uitgedreven. De school is daar zo’n beetje de laatste voorziening van.

Bakkers, buurtsupers, slagers, kleine middenstand zijn al grotendeels weg of hebben moeite het hoofd boven water te houden.
Managers duiken echter wel steeds meer op in alle lagen van de overheid, publieke en semipublieke sectoren en nu dus ook in het onderwijs, een voormalige hoeksteen van onze maatschappij. We weten allemaal eigenlijk wel waar dat toe zal leiden namelijk rigide afbraak van noodzakelijke sociale voorzieningen en dienstverlening aan de burger. Uiteindelijk zelfs uitholling van onze democratie want we zien deze tendens terug in steeds meer lagen van de overheid. Managers maken de dienst uit.

Deze hebben van nature de neiging om dingen terug te brengen tot statistieken en winstmarges. Daarbij worden de mensen, en nu dus ook onze kinderen, steeds meer teruggebracht tot economische eenheden. Gedehumaniseerd in feite. Managers scheppen ook hun eigen bureaucratie en houden deze graag in stand. Controle moet er zijn want men kan de leerkracht niet meer vertrouwen. Er moet dus papier worden ingevuld, bergen papier. Les geven is okay als het maar resulteert in verifieerbare details. En ik maar denken dat een leerkracht die zijn/haar opleiding met succes heeft gevolgd toch moet worden gezien als de deskundige en dus kan worden vertrouwd en waardevolle adviezen kan geven. Daar zijn die opleidingen toch voor bedoeld? En niet alleen in het onderwijs is dit aan de gang maar in alle lagen van de publieke en semipublieke sectoren.

Men wil controle en daartoe wordt bewust of onbewust wantrouwen en angst gekweekt of in stand gehouden….maar waarom eigenlijk? Meer en meer wordt steeds minder rekening gehouden met het verantwoordelijk zijn voor de zwakste schakel in “de keten”, die telt niet meer mee. In plaats van oplossingen zoeken stoot men zwakkeren liever af of maakt deze monddood door o.a. fusies. Deregulering vindt wel plaats maar alleen op bestuursniveau, niet op de werkvloeren want die is niet gekwalificeerd genoeg blijkbaar. In de zorg is dat heel duidelijk zichtbaar en in het onderwijs dus ook steeds meer.

Volwassenen en onze kinderen, worden steeds meer gezien als een economisch te managen “product”. Leefbaarheid staat daarbij in de weg omdat het niet te meten is in harde euro’s dus wordt dit op een nette, beschaafde en vooral intellectueel goed doorwrochte manier weggeredeneerd. Maar eigenlijk zijn het ordinaire en laffe smoesjes om geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen. Enige werkelijke passie vanuit het perspectief van het te onderwijzen kind, de ouders en de leraar ontbreekt geheel en al, laat staan het rekening houden met de kinderen uit de zwakkere gezinnen. Hun mening wordt niet echt op prijs gesteld, men komt ze ook niet tegen in alle mooie onderzoeken die, op een enkele positieve uitzondering na, tot doel lijken te hebben een subjectief standpunt te onderbouwen in plaats van objectieve waarheidsvinding te realiseren die tot duurzame oplossingen leidt. De leefbaarheid is volstrekt niet in gevaar door het wegvallen van de schooltjes beweren managers van grote fusiescholen.

Maar welke leefbaarheid wordt hier eigenlijk mee bedoeld en voor wie geldt dit dan?
Niet de leefbaarheid van mensen die ik dagelijks in mijn dorp en op straat spreek. Die beweren namelijk het tegendeel.
Het basisonderwijs in de dorpen wordt juist gezien als zeer belangrijk voor dat dorp.
Mensen zijn er juist zeer sterk bij betrokken.
Laten we nu dus eerst eens de moed opbrengen om objectief onderzoeken wat de leerkrachten en de “gewone” mensen in de dorpen nu werkelijk willen en onze kinderen werkelijk nodig hebben. En dan niet met een mooi, glad en theoretisch verantwoord boekje komen maar met de bereidheid om de werkelijke oplossingen te willen zien die verder gaan en duurzamer zijn dan de kortzichtigheid om telkens weer de harde, kille euro of de eigen carrière op de eerste plaats te stellen of bezig zijn met het doel om de verantwoordelijkheid van de overheid af te schuiven op de ruggen van de zwakste.
Provincie:
Tag(s):