vrijdag, 3. juli 2009 - 23:00

Voorstadium Alzheimer al in hersenvocht aantoonbaar

Maastricht

Bij mensen met geheugenklachten zijn vaak al aanwijzigingen voor de ziekte van Alzheimer (AD) te vinden in het hersenvocht. Dat betekent echter niet dat deze mensen per definitie de ziekte krijgen, of dat zij op korte termijn achteruit gaan.

Dit blijkt uit de eerste resultaten van de DESCRIPA-studie, een grootschalig Europees onderzoeksproject naar het beloop van geheugenklachten onder leiding van de Universiteit Maastricht. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het julinummer van The Lancet Neurology.

In de toekomst hoopt men dat er geneesmiddelen ter beschikking komen die de voortgang van de ziekte van Alzheimer kunnen remmen. Omdat de behandeling effectiever is wanneer men daarmee in een vroeg stadium start, is het van belang om vroege voorspellers van de ziekte van Alzheimer te vinden. In eerdere studies is aangetoond dat bij niet-demente mensen met stoornissen op geheugen tests (amnestic mild cognitive impairment (MCI)) al aanwijzigingen voor de ziekte van Alzheimer gevonden kunnen worden in het hersenvocht. In het gepubliceerde onderzoek is gekeken of dit ook het geval is bij mensen met geheugenklachten die (nog) niet blijken uit cognitieve tests (subjectieve klachten) en bij mensen met niet-geheugen gerelateerde cognitieve afwijkingen (non-amnestic MCI).

Voor deze studie werd het hersenvocht onderzocht van 168 patiënten zonder dementie uit 9 Europese geheugenklinieken (waaronder ook centra in Nijmegen en Amsterdam) en een gezonde controlegroep (n=89). In de daarop volgende drie jaar werden hun cognitieve functies jaarlijks onderzocht. Aan het begin van de studie hadden zowel patiënten met subjectieve klachten, non-amnestic MCI en amnestic MCI vaker afwijkingen in het hersenvocht dan de gezonde.controlepersonen. Bij patiënten met non-amnestic MCI en amnestic MCI waren deze afwijkingen geassocieerd met cognitieve achteruitgang. Bij patiënten met subjectieve klachten bleef de klinische toestand echter vrij stabiel.

Volgens dr. Pieter Jelle Visser, projectmanager van de DESCRIPA-studie, is voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de studieresultaten. “Voor wetenschappelijk onderzoek is onderzoek van hersenvocht een heel goed hulpmiddel om patiënten op te sporen die nog nauwelijks klachten hebben, maar toch een verhoogde kans hebben om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. Voor artsen is het echter belangrijk om te beseffen dat mensen met afwijkingen in het hersenvocht nog lang stabiel kunnen blijven, en dus niet direct als (preklinische) Alzheimerpatiënten beschouwd moeten worden.”
Categorie:
Tag(s):