woensdag, 11. februari 2009 - 14:26

Wrakingsverzoek Plasman afgewezen op 2e dag liquidatie-proces

Amsterdam

De tweede zittingsdag van het omvangrijke liquidatieproces Passage ging stevig van start met een wrakingsverzoek van Peter Plasman. De advocaat van Fred R. verzocht om terugtrekking van rechtbankvoorzitter Frits Lauwaars. De wrakingskamer wees het verzoek af. Dit meldt het Openbaar Ministerie (OM).

Plasman twijfelde openlijk of rechtbankvoorzitter Lauwaars onbevooroordeeld is ten opzichte van zijn cliënt. Volgens Plasman ‘wekt Lauwaars de schijn van vooringenomenheid’. Dit omdat hij vorig jaar de uitvoerders van de liquidatie op Thomas van der Bijl heeft berecht, waarin twee van de vier verdachten straffen kregen van 14,5 jaar.

De rol van Fred R. in die moordzaak op de Amsterdamse kroegbaas werd vorig jaar niet behandeld. Maar volgens Plasman wijzen de vier veroordeelden Fred R., in de toelichting van dit vonnis, aan als opdrachtgever. Plasman zegt niet anders te concluderen dan dat het vonnis al is geschreven: “Mijn cliënt vraagt zich af: wat doe ik hier nog?�

Fred R. zou in eerste instantie ook in de Van der Bijl-zaak worden berecht, maar justitie besloot zijn zaak af te splitsen en mee te nemen in het Passageproces. Deze beslissing werd genomen door Lauwers. Plasman beweerde gisteren dat Lauwers hiermee in ging tegen een eerdere beslissing van rechter Dick van den Brink.

Lauwaars gaf maandag, op de eerste zittingsdag, zelf al aan zich te hebben afgevraagd of hij wel voorzitter kon zijn in het Passageproces. Lauwaars besloot dat hij de rol zonder gewetensbezwaren op zich kon nemen omdat het huidige Passageproces gestoeld is op de verklaringen van La Serpe. In het proces van vorig jaar speelde de kroongetuige nog geen rol.

De wrakingskamer oordeelt dat in het veroordelende vonnis van de uitvoerders van de moord op Van der Bijl niet is vooruitgelopen op de rol van Fred R. En weigert daarom het wrakingsverzoek van Plasman.

‘Jesse R. mishandeld in gevangenis Marokko’
In de middag was het woord aan de advocaten van Jesse R. Jesse R. is één van de hoofdverdachten in het Passageproces. Op zijn verhalen is een groot deel van de getuigenissen van kroongetuige La Serpe gebaseerd.

Volgens zijn advocaat Sander Janssen is Jesse R. tijdens zijn verblijf in Marokkaanse gevangenissen ernstig mishandeld. Hij neemt zelfs het woord foltering in de mond. ‘En’, zegt Janssen, ‘deze schendingen van de mensenrechten zijn mede de schuld van het Openbaar Ministerie’.
Janssen kwam met een uitvoerige schets van de situatie.

Volgens de advocaat zat Jesse R. meer dan tien maanden in een isoleercel. Hij mocht niet douchen. Ook moest hij een fles in de wc stoppen, niet meer dan een gat in de grond, om de ratten buiten zijn cel te houden. Door een gat in de muur met tralies ervoor dat als raam diende, was het in de winter erg koud in de cel van Jesse R.

Ook kreeg Jesse R. tijdens Ramadan vier dagen niet te eten. Hij mocht geen contact hebben met zijn Nederlandse raadsman, destijds was dat Gerard Hamer. Hij heeft een week lang geprobeerd de gevangenis in te komen, maar tevergeefs. Hij zat elf maanden vast voor hij werd uitgeleverd aan Nederland. Aldus het relaas van de advocaat van Jesse R.

Janssen vroeg de rechtbank de zaken tegen zijn cliënt niet in behandeling te nemen op grond van schending van de mensenrechten. Jesse R. is bij bijna alle zaken in het proces betrokken. De rechtbank zal volgende week reageren op dit verzoek.
Provincie:
Tag(s):