Zeven jaar cel en tbs voor moord Uithof

De rechtbank achtte de man tevens schuldig aan poging tot doodslag op zijn vriendin. De man vermoedde dat zijn vriendin vreemd ging en nam haar op die dag in een auto mee naar een afgelegen plaats waar hij haar ernstige mishandelde en onder meer haar keel dicht kneep. Hiermee ging hij net zo lang door tot zijn vriendin de naam noemde van het latere dodelijke slachtoffer: ze vertelde de verdachte dat ze met die man was vreemdgegaan.

De man reed hierop met haar naar de woning van de vrouw op de Uithof, waar de buren constateerden dat de vrouw ernstig was toegetakeld. Zij drongen er op aan dat de vrouw naar het ziekenhuis zou worden gebracht. Uiteindelijk komen een vriendin van de vrouw en diens vriend, het latere slachtoffer, bemiddelen.

De verdachte heeft ondertussen in de keuken een mes gepakt en cocaïne gesnoven. Verdachte confronteert de man vrijwel onmiddellijk na aankomst met het vreemdgaan van zijn vriendin en verklaart vervolgens dat de man ziet denken: “Als dat alles maar is�. Verdachte verklaart tegenover de politie dat hij dit een rare reactie vindt en wordt hierdoor “para�. Hij steekt op de man in, die overlijdt aan zijn verwondingen.

De rechtbank oordeelde dat de gang van zaken ,,getuigt van berekenend gedrag van een man die buitengewoon kwaad is en er op gebrand is om de hem aangedane vernedering te wreken.’’ De rechtbank kwalificeert het gebeurde als moord.

De rechtbank nam de rapportage van de deskundigen over, die vaststelden dat de man aan een persoonlijkheidsstoornis lijdt. Hij is daarom sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Omdat de kans op herhaling aanwezig is, legde de rechtbank ook tbs met dwangverpleging op.