Celstraffen en tbs voor ontvoerders 7-jarig meisje

Daarnaast zijn de mannen veroordeeld voor het gezamenlijk plegen van een aantal straatroven en voor het plegen van enkele andere feiten. De mannen zijn veroordeeld tot tien jaar cel en tot zeven jaar cel met tbs met dwangverpleging.

Ontvoerd in kofferbak
De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de mannen, van 28 en 29 jaar oud, op de vroege avond van 7 april 2009 een meisje van zeven hebben ontvoerd in de kofferbak van een auto, haar hebben meegenomen naar een camping in Brielle, haar daar hebben vastgehouden en uiteindelijk seksueel hebben misbruikt.

De mannen hebben, zoals uit hun handelen blijkt, hun actie vooraf doelbewust gepland. Het is aan geluk, aan de oplettendheid van een getuige en aan doeltreffend handelen van politie en justitie, te danken geweest dat het meisje na één nacht is teruggevonden in een caravan op de camping in Brielle.

Daarnaast hebben de mannen zich schuldig gemaakt aan meerdere straatroven. Ze hebben op klaarlichte dag een groot aantal, vaak oudere, vrouwen van hun tassen beroofd. Dat ging telkens gepaard met geweld.

Ten slotte heeft de 29-jarige man, eveneens op klaarlichte dag, een winkel beroofd door een nepwapen te tonen en daarbij te dreigen dat de kassa moest worden opengemaakt. Hij heeft de kassa uiteindelijk in zijn geheel meegenomen. De 28-jarige man had, nadat hij relatief kort daarvoor was veroordeeld voor een zelfde feit, opnieuw kinderpornografie in zijn bezit gehad.

Het bovengaande leidt tot de oplegging van forse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en in het geval van de 28-jarige man ook tot het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De ernst van de feiten, de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen hebben hierbij een rol gespeeld.

De rechtbank heeft benadrukt dat niet alleen de slachtoffers van de mannen, in het bijzonder het meisje uit Ede en haar gezin, nog lang te kampen zullen hebben met de gevolgen van hun daden maar dat de misdrijven ook in bredere zin verontwaardiging en gevoelens van onveiligheid hebben teweeggebracht.

Bij de vaststelling van de duur van de op te leggen gevangenisstraffen is de rechtbank uitgegaan van de geldende landelijke richtlijnen en heeft zij rekening gehouden met opgelegde straffen in vergelijkbare gevallen. De rechtbank komt om die reden en, mede gelet op de specifieke omstandigheden van beide verdachten, tot een lagere straf dan door de officier geëist.

De officier van justitie had gevangenisstraffen geëist van respectievelijk 16 jaar en van 10 jaar, met aan die laatste straf gekoppeld een tbs met dwangverpleging.