Celstraffen tot 16 jaar voor dodelijke roofoverval in woning

Drie van de verdachten kregen een gevangenisstraf van 16 jaar opgelegd, een vierde verdachte 11 jaar. De vier mannen pleegden op 30 maart 2008 een overval op de woning van de destijds 67-jarige Veenendaler. Ze drongen zijn woning binnen en bonden de handen en voeten van het slachtoffer met elektriciteitsdraad vast.

Zijn mond werd dichtgesnoerd met stropdassen. Door de overvallers werd nog wel geconstateerd dat het slachtoffer moeilijk ademde, maar toen er een alarm afging verlieten zij de woning. De rechtbank oordeelde dat de daders hadden moeten beseffen dat het achterlaten van het slachtoffer in die toestand kon leiden tot zijn dood.

De rechtbank constateerde dat de mannen gezamenlijk het plan beraamden om de Veenendaler te beroven. Ze hebben gezamenlijk voorbereidingshandelingen verricht, over de taakverdeling gepraat en allemaal geweld gebruikt. Daarom oordeelde de rechtbank dat sprake was van medeplegen van doodslag. Wie welk geweld heeft uitgeoefend is niet van belang, aldus de rechtbank.

De rechtbank legde aan drie verdachten een gevangenisstraf op van zestien jaar, in het bijzonder als vergelding voor het leed dat zij anderen hebben aangedaan. De rechtbank achtte hen ook schuldig aan een gewelddadige overval in Amsterdam, drie dagen eerder.

De vierde verdachte was daar niet bij betrokken. Hij was tijdens het plegen van de overval in Veenendaal net achttien jaar en had volgens de rechtbank een volgende rol. Aan hem werd daarom een lagere straf van 11 jaar gevangenisstraf opgelegd.