dinsdag, 6. april 2010 - 13:02

Cohen ziet af van wachtgeld

Amsterdam

Vandaag (dinsdag 6 april) heeft het college van B&W besloten over de rechtspositionele gevolgen van het ontslag van burgemeester Cohen en over het beëindigen van het gebruik van de ambtswoning en andere gemeentelijke voorzieningen.

Oud-burgemeester Job Cohen kondigde op 12 maart jl. per direct zijn vertrek aan als burgemeester van Amsterdam. Zijn formele ontslagdatum is bij Koninklijk besluit vastgesteld op 17 maart 2010. Cohen heeft aangegeven geen inkomen te willen ontvangen via de wachtgeld-vergoeding op basis van de Wet Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA) aangezien hij zelf ontslag heeft aangevraagd uit het ambt van burgemeester. Formeel gezien kan een burgemeester hierop aanspraak maken, ook al treedt hij zelf terug.

Het college heeft besloten dat oud-burgemeester Cohen tijdelijk gebruik mag maken van de ambtswoning. Cohen is op dit moment actief op zoek naar een andere woning. De afspraak is dat hij, in goed overleg met de gemeente, de ambtswoning binnen een redelijke termijn zal verlaten zodat de ambtswoning op tijd beschikbaar komt voor zijn opvolger.

Gedurende deze periode betaalt Cohen een passende vergoeding voor het gebruik van het privégedeelte van het pand. Aangezien Cohen geen burgemeester meer is zal deze vergoeding hoger zijn dan het bedrag dat hij gedurende zijn ambtsperiode betaalde. De exacte hoogte van het bedrag wordt vastgesteld na overleg met de Rijksbelastingdienst aangezien de vergoeding die hij als burgemeester betaalde deels fiscaal bepaald was.

Voor het eventuele gebruik van andere gemeentelijke voorzieningen, zoals de aangepaste dienstauto, betaalt oud-burgemeester Cohen een zakelijk tarief.
Provincie:
Tag(s):