Drie aanhoudingen in onderzoek naar afvalolieverwerkingsbedrijf

Ze worden verdacht van betrokkenheid bij het niet volgens de vergunning verwerken van afvalolieproducten en valsheid in geschrifte.

Voor de in-, uit- en doorvoer van afval gelden in Europa de regels van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Het bedrijf kocht oliehoudende afvalstoffen in, kennelijk om deze volgens de aan het bedrijf verstrekte vergunning te verwerken. Het vermoeden is echter, dat de stoffen voor een deel niet werden verwerkt, maar naar het buitenland werden verkocht. De begeleidende papieren hiervoor werden vervalst.

Het onderzoek door het IMT startte begin 2009 in samenwerking met het Regionaal Milieuteam (RMT) Groningen, de VROM-IOD en de KLPD. De onderzoeksperiode loopt van maart 2006 tot en met heden. De doorzoekingen door het IMT vinden plaats op vier locaties in Delfzijl, Putten, Lelystad en Roosendaal. Daarbij worden computers en administratie in beslag genomen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoekt in samenwerking met de VROM-IOD de installaties van het bedrijf in Delfzijl. Er worden ook monsters van afvalstoffen genomen.

Met het niet naleven van de regels zijn grote winsten te behalen en het kan leiden tot concurrentievervalsing. Meer aanhoudingen worden niet uitgesloten.