Feyenoord op achterstand in bekerfinale tegen Ajax

De sfeer in de Amsterdam Arena had voor het duel meer weg van een potje voetbal tussen bijvoorbeeld Catania en Liverno, waarbij niets meer op het spel stond, dan van een klassieker.

De KNVB-beker had bijna alle charme verloren door de discussies over veiligheid, waarbij het besluit om de finale in twee wedstrijden af te werken wellicht de beste was, maar alsnog een grote nederlaag voor het voetbal betekende. Dat de Arena niet uitverkocht was, was een teken dat ook veel voetballiefhebbers er zo over denken.

Ondanks dat leek het even een aangename vooravond voor Ajax te worden. Al na zeven minuten stonden de Amsterdammers op een 2-0 voorsprong, door twee treffers van Siem de Jong. In de zesde minuut anticipeerde hij beter op een pass van Toby Alderweireld dan Feyenoord-doelman Erwin Mulder, die niet fel genoeg inkwam.

Een minuut later volleerde de Ajax-middenvelder uit een voorzet van Urby Emanuelson de bal hard tegen het dak van het doel. Een afstraffing voor Feyenoord dreigde. De ploeg van Mario Been wist zich echter redelijk te herpakken, zonder overigens gevaarlijk te worden.

Het grote euvel dit seizoen, een gebrek aan creativiteit, brak de ploeg in de Arena ook op. Ajax leek de marge van twee ook wel voldoende te vinden, waardoor zich in de Arena een weinig attractief schouwspel ontsproot.

De beste kans in de tweede helft was voor Ajax, uit een kopbal van Marko Pantelic. Mulder was dit keer wel alert, en wist met goed strekwerk Feyenoord voor een grotere nederlaag te behoeden.

De opgave in De Kuip blijft echter zeer moeilijk voor Feyenoord, op 6 mei. Niet alleen moeten de Rotterdammers zelf twee keer te zien scoren, dat nog geen enkele ploeg lukte tegen Ajax in 2010, daarnaast zal de defensie zelf de nul moeten houden. In die wetenschap durfden de Ajax-supporters al voorzichtig een feestje te vieren.