Koninklijke onderscheiding voor Selma Engel

Zij is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zij kreeg de onderscheiding voor haar jarenlange inzet voor het vastleggen en het voortbestaan van de geschiedenis van Sobibor en de verschrikkingen die daar hebben plaatsgevonden. Zo was Selma Engel na de oorlog getuige bij de belangrijkste processen over het vernietigingskamp, werkte ze mee aan historische verslagen en interviews en vertelden ze haar aangrijpende verhaal aan duizenden scholieren.

Mevrouw Engel was vandaag als ere-gast van de nederlandse regering bij de 65ste herdenking van de bevrijding van Kamp Westerbork aanwezig. Zij verliet op 6 april 1943 Westerbork en is een van de 34.000 joden die vanuit Nederland naar Sobibor werd afgevoerd. Als een van de weinigen keerde ze levend terug. Haar terugkomst in Nederland was allesbehalve gastvrij. Ondanks dat dit leed niet ongedaan gemaakt of vergoed kan worden, bood minister Klink aan mevrouw Engel persoonlijk verontschuldigingen aan. Deze liggen in het verlengde van de oprechte spijt en verontschuldigingen die de regering in maart 2000 aanbood vanwege gebrek aan begrip en te veel formalisme, bureaucratie en vooral kilte in de bejegening van alle terugkerende vervolgingsslachtoffers.

Tijdens zijn speech betuigde minister Klink ook zijn medeleven aan de Poolse partners die bij de herinrichting van Sobibor betrokken en zaterdagochtend in de crash met het Poolse regeringsvliegtuig zijn omgekomen. Het ging om de Poolse onderminister van Cultuur, Thomasz Merta, en de directeur voor de Raad van Herinnering, Andrei Prewnoznic. Na de oorlog werd vernietigingskamp Sobibor volledig vernietigd door de nazi’s. Er is nauwelijks nog iets zichtbaar van de plaats waar 170.000 mensen zijn vermoord. De nederlandse regering werkt samen met Polen, Israel en Slowakije aan de herinrichting van Sobibor als waardige gedenkplaats voor nabestaanden en belangstellenden.