De Delftenaar was gestrand met zijn auto op het Vorrinkplein en belde de wegenwacht.
Alhoewel zijn auto wel startte, eiste hij een sleep naar Rotterdam. De medewerker vertelde hem dat de auto niet voldeed aan de criteria voor een sleep en dat hij de man helaas niet verder kon helpen, mede aangezien de man woonachtig is in Delft.
Hierop werd de Delftenaar zó boos dat hij samen met zijn broer de medewerker probeerde te beletten weg te rijden. Ook trapten ze tegen de auto van de pechhulpdienst. Uiteindelijk zag de medewerker toch kans weg rijden.
Op de snelweg A13 bleken de mannen hem in de bewuste auto te achtervolgen en probeerden ze hem van de snelweg te rijden. De pechhulpmedewerker belde de politie en kon uiteindelijk veilig binnen de hekken van zijn uitvalsbasis parkeren.
De Delftenaar belde tijdens de achtervolging het callcenter van de pechhulpdienst, en wilde de naam van de medewerker weten. Ook uitte hij in dat gesprek bedreigingen richting de medewerker. Agenten hielden de man aan en maakten proces-verbaal tegen hem op. Het gesprek met het callcenter, dat opgenomen is op band maakt deel uit van het proces-verbaal.
