Politie en OM horen verdachte ‘Mientjeszaak’ in Marokko

Het onderzoek betreft de moord op twee vrouwen op 7 februari 2003 in Nijmegen. Een Marokkaan kwam in het onderzoek al snel als verdachte naar voren. De verdachte is in 2003 op de dag van het misdrijf via Spanje naar Marokko vertrokken. De verdachte is op 12 februari 2010 op verzoek van de Nederlandse justitie in Casablanca aangehouden.

Toestemming Marokko

De Nederlandse justitie heeft na de aanhouding van verdachte een rechtshulpverzoek gedaan aan Marokko. Marokko heeft dit rechtshulpverzoek ingewilligd en daarmee toestemming gegeven aan de Nederlandse politie om in Marokko opsporingshandelingen te verrichten.
De Nederlandse rechercheurs hebben in Marokko de verdachte gehoord. Tevens is er DNA, vingerafdrukken en haar bij de verdachte afgenomen en zijn er foto’s van hem gemaakt. Het lichaamsmateriaal zal vergeleken worden met sporen die zijn aangetroffen op de plaats delict, de woning van één van de overleden vrouwen. De verdachte ontkent de moorden te hebben gepleegd.

Daarnaast is de broer van verdachte gehoord als getuige en ook bij hem zijn DNA en vingerafdrukken afgenomen. De broer was in 2003 ook in Nederland. Het vermoeden is dat hij niet bij het misdrijf betrokken was. De onderzoekshandelingen bij de broer hebben plaatsgevonden om dit te verifiëren.

Geen uitlevering door Marokko

De politie zal het eindproces-verbaal opmaken. Het NFI zal het afgenomen lichaamsmateriaal onderzoeken en vergelijken met de aangetroffen sporen en hier een rapportage over opmaken. Het volledige dossier zal daarna vertaald worden in het Arabisch. Omdat Marokko geen eigen onderdanen uitlevert is het streven de strafzaak over te dragen aan Marokko. Hiertoe vindt overleg plaats tussen het Nederlandse ministerie van justitie en de Marokkaanse autoriteiten.

De nabestaanden van de slachtoffers zijn over de voortgang geïnformeerd.