Roeiers kunnen harder, maar moeten zich wel vastbinden

Dit blijkt uit het onderzoek van Mathijs Hofmijster waarop hij 11 februari promoveert aan de Vrije Universiteit.

Ook blijken goede roeiers door middel van een betere coördinatie in staat te zijn de energieverliezen aan snelheidsschommelingen te minimaliseren, waardoor ze bij hetzelfde geleverde vermogen harder kunnen varen.

Om hard te varen moet een roeier veel mechanisch vermogen leveren. Het blijkt dat slechts circa 75% van dit vermogen nuttig wordt besteed, dat wil zeggen gebruikt wordt om lucht- en waterweerstand te overwinnen. Een aanzienlijk deel, circa 20%, gaat verloren tijdens de afzet aan het in beweging brengen van het water door de riemen. Ook gaat er circa 5% van het geleverde vermogen verloren aan snelheidsfluctuaties van de boot.

Een andere opmerkelijke bevinding van Hofmijster is dat roeiers in staat zijn om tot 12% meer vermogen bij de start te leveren als zij zich vastbinden aan hun zitje. Dit resulteert in een voorsprong van twee tot drie meter na de eerste vijf slagen.

Tenslotte blijkt uit zijn metingen met speciaal geïnstrumenteerde riemen dat de energieverliezen tijdens de afzet een stuk hoger zijn dan aanvankelijk werd aangenomen. Dit komt omdat vaak ten onrechte een deel van de krachten op het roeiblad wordt genegeerd omdat ze meestal niet gemeten kunnen worden.