Tien jaar cel voor moord in Nieuwegein

De verdachte heeft nooit ontkend dat hij op het slachtoffer geschoten heeft — hij belde zelf 112 na de schietpartij -, maar stelde zich op het standpunt dat hij uit noodweer handelde. De man die hij doodschoot, zou eerst op hem hebben geschoten. De twee kenden elkaar uit het criminele milieu. De verdachte heeft verklaard dat hij op een dodenlijst van het slachtoffer stond.

Op 5 augustus 2009 zag de verdachte het latere slachtoffer in de buurt van zijn woning en zette op enig moment in zijn auto de achtervolging in. Uiteindelijk kwam het tot een confrontatie aan de Zandveldseweg. De verdachte stapte uit zijn auto, nadat hij nog in de auto zijn vuurwapen had doorgeladen.

Hij richtte vervolgens zijn vuurwapen op het slachtoffer en sommeerde hem uit te stappen. De rechtbank oordeelde dat het aannemelijk is dat tijdens die confrontatie één keer door het slachtoffer vanuit zijn auto is geschoten. Daarna is het wapen van het slachtoffer geblokkeerd. Verdachte heeft in totaal veertien keer geschoten.

De rechtbank acht voorbedachte rade bewezen. De verdachte moet zich ten volle hebben gerealiseerd dat er een zeer aanzienlijke kans was dat het slachtoffer in het bezit van een vuurwapen zou zijn en dit ook tegen verdachte zou kunnen gebruiken.

Gezien het voorafgaande doorladen door verdachte van zijn vuurwapen acht de rechtbank het meer dan aannemelijk dat verdachte heeft nagedacht over het door hemzelf gebruiken van zijn vuurwapen. De rechtbank rekent het daarbij verdachte zwaar aan dat hij zelf bewust een voor het slachtoffer zeer bedreigende situatie heeft gecreëerd. Het beroep op noodweer wordt daarom ook door de rechtbank verworpen.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat de schietpartij plaatsvond op klaarlichte dag op de openbare weg in de buurt van een winkelcentrum. Met zijn handelen heeft verdachte de rechtsorde zeer ernstig geschokt.

De rechtbank houdt echter ook rekening met de geestelijke druk die de verdachte langere tijd heeft ervaren, doordat hij wist dat het slachtoffer over vuurwapens en explosieven beschikte en het kennelijk op hem had voorzien. Dat laat echter onverlet dat verdachte op 5 augustus 2009 andere keuzes had kunnen, en naar het oordeel van de rechtbank ook had moeten, maken.